(b) Nennwert; Währung; als Sicherheit verwendete Vermögenswerte und ihre Art und Qualität sowie ihr Wert; Methode zur Bereitstellung der Sicherheit; Verfügbarkeit der Sicherheit für die Weiterverwendung ; etwaige Weiterverwendung der Sicherheit, wenn sie von anderen Vermögenswerten unterscheidbar ist ; etwaige Ersatzsicherheit; Pensionssatz, Leihgebühr oder Spitzenrefinanzierungssatz ; jeden Abschlag; Wertstellungstag; Fälligkeitstermin; erstmöglicher Kündigungstermin und Marktsegment .
(b) de hoofdsom; de valuta; de als zekerheden gebruikte activa en het type, de kwaliteit en de waarde ervan; de voor het verstrekken van de zekerheden gevolgde methode; of er zekerheden beschikbaar zijn voor hergebruik; in het geval de zekerheden van andere activa te onderscheiden zijn, of zij zijn hergebruikt; enigerlei vervanging van de zekerheden; de reporente, de leningvergoeding of de margeleningsrente; enigerlei haircut; de valutadatum; de vervaldatum; de eerste datum waarop vervroegde aflossing kan plaatsvinden; en het marktsegment.