1. stellt fest, dass die Mitgliedstaaten nach Maßgabe des Grundsatzes der loyalen Zusammenarbeit gemäß Artikel 10 des EG-Vertrags verpflichtet sind, dafür zu sorgen, dass Verstöße gegen das Gemeinschaftsrecht durch wirksame, verhältnismäßige und abschreckende Sanktionen geahndet werden, wie dies entsprechend auch bei Verstößen gegen das nationale Recht der Fall ist, und dass der Gemeinschaftsgesetzgeber damit solche Sanktionen grundsätzlich einführen kann;
1. bevestigt dat de lidstaten overeenkomstig het in artikel 10 van het EG-Verdrag vervatte loyaliteitsbeginsel gehouden zijn erop toe te zien dat inbreuken op het Gemeenschapsrecht beantwoord worden met doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties, analoog aan de sancties die van toepassing zijn op vergelijkbare overtredingen van het nationaal recht en dat de communautaire wetgever aldus de grondslag voor dergelijke sancties kan bepalen;