(1) Bei Sen
dungen von Sprossen oder Samen für die Sprossenerzeugung, die in die Union eingeführt
werden und die aus Drittländern stammen
oder aus diesen v
ersandt werden, ist eine Bescheinigung gemäß dem Muster im Anhang mitzuführen, aus der hervorgeht, dass die Sprossen
oder Same
n unter Bedingungen erzeugt wurden ...[+++], die den allgem
einen Hygienevorschriften für die Primärproduktion und damit zusammenhängende Vorgänge gemäß Anhang I Teil A der Verordnung (EG) Nr. 852/2004 entsprechen, dass die Sprossen unter Bedingungen erzeugt
wurden, die den in der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 208/2013 (4) festgelegten Anforderungen an die Rückverfolgbarkeit genügen, dass sie in Betrieben erzeugt
wurden, die gemäß Artikel 2 der Verordnung (EU) Nr. 210/2013 der Kommission (5) zugelassen
wurden, und dass sie die in Anhang I der Verordnung (EG) Nr. 2073/2005 festgelegten mikrobiologischen Kriterien erfüllen.
1. Zendingen kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten beste
mde zaden die in de Unie worden ingevoerd en afkomstig zijn of verzonden worden uit derde landen, gaan vergezeld van een certificaat overeenkomstig het in de bijlage vastgestelde model, waaruit blijkt dat de kiemgroenten of zade
n zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan de algemene hygiënebepalingen voor primaire productie en daa
...[+++]rmee verband houdende bewerkingen, als vastgesteld in deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004, en de kiemgroenten zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan de traceerbaarheidsvoorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 (4), zijn geproduceerd in inrichtingen die zijn erkend overeenkomstig de voorschriften van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie (5) en aan de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 vastgestelde microbiologische criteria voldoen.