Vertaling van "sicher nicht richtig " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

nicht richtig verbucht
foutieve boeking

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die gemeinsame Nutzung von Ressourcen und die Aufteilung von Investitionen auf europäischer Ebene sind deshalb der richtige Weg, nicht zuletzt, da die kommerziellen Anbieter die sichere Aussicht auf einen enormen Markt mit über 450 Millionen Menschen erhalten.
Dit is een goede reden waarom bundeling van middelen en investeringen op Europees niveau de goede weg voorwaarts is, niet in de laatste plaats omdat commerciële aanbieders zich verzekerd weten van een enorme markt van meer dan 450 miljoen mensen.

Damit meine ich ganz sicher nicht Sie und auch nicht Ihr Land, aber in solch grenzüberschreitenden Fragen, die Sie ja richtig erkannt haben, muss man auch den Mut aufbringen, in Zukunft grenzüberschreitende Bestrafungs- und Verfolgungsaktionen durchzuführen. Wenn die Kommission das schon vorschlägt, der Rat in seiner Güte aber dann die Rechtsgrundlage anzweifelt und Ihnen die Kommission und das Parlament gemeinsam unterliegen, weil Sie mit Ihrer Sperrminorität das Gesetz nicht zum Tragen kommen lassen, dann ist das für einen Volksvertreter, also denjenigen, der die Regierung kontrollieren soll, wirklich äußerst ärgerlich.
De Commissie heeft hiertoe een voorstel gedaan, maar de Raad betwist in al zijn wijsheid de juridische grondslag daarvan, waartegen noch de Commissie noch Parlement enig verweer hebben, omdat u de inwerkingtreding van de wet met uw blokkerende minderheid tegenhoudt, dan is dat voor een volksvertegenwoordiger, dat wil zeggen voor degene die als taak heeft de regering te controleren, echt uitermate frustrerend.

– (CS) Vielleicht habe ich nicht richtig gehört, aber ich bin sicher, Albanien liegt auf dem Balkan und nicht in Südostasien.
- (CS) Ik heb het misschien niet goed gehoord, maar ik zou Albanië toch liever niet in Zuidoost-Azië willen situeren, maar eerder op de Balkan.

Es ist aber sicher nicht richtig, ihnen die gleiche Hilfe beizugeben wie allen anderen Energien, denn sie tragen ja auch ganz unterschiedlich zum Energiemix bei, und es ist schon gar nicht richtig, die Hilfen von dem einen an die Dauer der anderen zu knüpfen.
Wat echter beslist onjuist is, is duurzame energiebronnen dezelfde steun toe te kennen als alle andere vormen van energie. Hun aandeel in de energiemix is namelijk heel verschillend. En het is al helemaal niet juist de steun voor het een afhankelijk te maken van de duur van het ander.

« Verstösst Artikel 409 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 - indem er so interpretiert wird, dass er dem Pfändungsrichter, der den Einspruch gegen die von einer Steuerbehörde durchgeführte Sicherungspfändung untersucht, die Möglichkeit vorenthält, die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Steuerschuld zu kontrollieren, und seine Kontrollmöglichkeiten darauf beschränken würde, zu überprüfen, ob die Steuern formgerecht und technisch richtig in die Heberolle eingetragen wurden - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er in dieser Auslegung eine nicht in angemessener Weise gerechtfertigte Behandlungsungleichheit einführen würde zwischen einem (Einkommen-)Steuerschuldner einerseits und einem Schuldner einer anderen Schuld andererseits, wobei Letzterer im Rahmen eines gemeinrechtlichen Pfändungsverfahrens die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Forderung wohl einer effektiven richterlichen Kontrolle unterwerfen kann?
« Schendt artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het aan de beslagrechter die is gevat van een verzet tegen een door de fiscale administratie gelegd bewarend beslag, de mogelijkheid ontzegt om het zeker, vaststaand en opeisbaar karakter van de belastingsschuld te controleren en zijn controlemogelijkheid ertoe zou beperken na te gaan of de belasting vormtechnisch correct werd ingekohierd - de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inzoverre het, in die interpretatie, een niet redelijk verantwoorde ongelijke behandeling zou invoeren tussen de schuldenaar van een (inkomsten)belastingsschuld enerzijds en een schuldenaar van een andere schuld anderzijds, welke laatste in het kader van een gemeenrechtelijke beslagprocedure het zeker, vaststaand en opeisbaar karakter van de schuldvordering wel aan een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht kan onderwerpen ?

« Verstösst Artikel 409 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 - indem er so interpretiert wird, dass er dem Pfändungsrichter, der den Einspruch gegen die von einer Steuerbehörde durchgeführte Sicherungspfändung untersucht, die Möglichkeit vorenthält, die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Steuerschuld zu kontrollieren, und seine Kontrollmöglichkeiten darauf beschränken würde, zu überprüfen, ob die Steuern formgerecht und technisch richtig in die Heberolle eingetragen wurden - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er in dieser Auslegung eine nicht in angemessener Weise gerechtfertigte Behandlungsungleichheit einführen würde zwischen einem (Einkommen) steuerschuldner einerseits und einem Schuldner einer anderen Schuld andererseits, wobei Letzterer im Rahmen eines gemeinrechtlichen Pfändungsverfahrens die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Forderung wohl einer effektiven richterlichen Kontrolle unterwerfen kann?
« Schendt artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het aan de beslagrechter die is gevat van een verzet tegen een door de fiscale administratie gelegd bewarend beslag, de mogelijkheid ontzegt om het zeker, vaststaand en opeisbaar karakter van de belastingsschuld te controleren en zijn controlemogelijkheid ertoe zou beperken na te gaan of de belasting vormtechnisch correct werd ingekohierd - de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inzoverre het, in die interpretatie, een niet redelijk verantwoorde ongelijke behandeling zou invoeren tussen de schuldenaar van een (inkomsten) belastingsschuld enerzijds en een schuldenaar van een andere schuld anderzijds, welke laatste in het kader van een gemeenrechtelijke beslagprocedure het zeker, vaststaand en opeisbaar karakter van de schuldvordering wel aan een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht kan onderwerpen ?