Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich, dass Artikel 180 Absatz 3 des Gemeindegesetzes vom 30. März 1836, ausgelegt in dem Sinne, dass sein Anwendungsbereich nicht die Möglichkeit zum Einreichen einer Abänderungsklage gegen die Entscheidung zur Entlassung von Amts wegen beinhaltet, nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist.
Uit wat voorafgaat blijkt dat, wanneer artikel 180, derde lid, van de gemeentewet van 30 maart 1836 zo wordt geïnterpreteerd dat het in zijn toepassingssfeer niet de mogelijkheid inhoudt om een beroep tot herziening in te stellen tegen de beslissing van ontslag van ambtswege, het niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.