Der Gerichtshof weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass zum einen das Ruhegehalt dieser Personen um mindestens 30 % niedriger als ihre Dienstbezüge ist und dass zum anderen die Einstellung der Tätigkeit nicht den Beitragszeiten Rechnung trägt, so dass kein Anspruch auf ein Ruhegehalt zum vollen Satz gewährleistet ist.
De Hof merkt in dat verband op dat het ouderdomspensioen van deze personen ten minste 30 % lager is dan hun bezoldiging en dat de beëindiging van de werkzaamheden geen rekening houdt met de tijdvakken van bijdragebetaling, zodat het recht op een volledig pensioen niet is gewaarborgd.