(3) Es steht den Mitgliedstaaten frei, die nach dem (10) geltenden bilateralen oder multilateralen Übereinkünfte oder Vereinbarungen auch weiterhin anzuwenden, sofern diese die Möglichkeit bieten, über die Ziele dieser Richtlinie hinauszugehen, und zu einer weiteren Vereinfachung oder Erleichterung der Beweiserhebungsverfahren beitragen.
3. De lidstaten mogen de bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen die na (10) van kracht zijn, blijven toepassen voor zover deze het mogelijk maken verder te gaan dan de doelstellingen van deze richtlijn en ertoe bijdragen de procedures voor het verkrijgen van bewijsmateriaal te vereenvoudigen of verdergaand te vergemakkelijken.