3.3.1. im Fall von Bauteilen der Innenausstattung ohne EWG-Typgenehmigung: eine für den zu genehmigenden Typ repräsentative Probe der Bauteile, die in den Fahrzeugen verwendet werden sollen; die Anzahl der bereitzustellenden Proben ist in den Abschnitten 7.2, 7.3 und 7.4 angegeben;
3.3.1. voor inwendige onderdelen zonder EEG-goedkeuring: een in de punten 7.2, 7.3 en 7.4 nader aangegeven aantal monsters van de in de voertuigen gebruikte onderdelen die representatief zijn voor het goed te keuren type;