Der Reichtum an invasiven oder nicht invasiven gebietsfremden Arten, die geringe Menge an totem Holz und überalterten Bäume, der durch die Jagd ausgeübte Druck und das Nitrieren der Waldränder führen zu einem eher ungünstigen Erhaltungszustand aller Lebensräume von biologischem Interesse, insbesondere derjenigen von gemeinschaftlichem Interesse.
De overvloedige aanwezigheid van al dan niet invasieve exotische soorten, het weinige dood hout en de weinige overjaarse bomen, de druk van de jacht en de nitratatie van de bosranden bewerkstelligen een eerder ongunstige instandhouding van alle biologisch waardevolle habitats, en in het bijzonder die van communautair belang.
