Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Die Rechtskraft der Entscheidung
Einrede der Rechtskraft
Materielle Rechtskraft
Rechtskraft
Rechtskraft haben
Rechtskräftig werden

Vertaling van "rechtskraft " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
die Rechtskraft der Entscheidung | rechtskräftig werden

in kracht van gewijsde gaan






ein Protokoll, ein anderes Rechtsinstrument oder ein einmütiges Ergebnis mit Rechtskraft unter dem Übereinkommen | ein Protokoll, ein sonstiges Rechtsinstrument oder eine Vereinbarung mit Rechtskraft im Rahmen des Übereinkommens

een protocol, een andere rechtstekst of een rechtskrachtig onderhandelingsresultaat in het kader van het Verdrag




IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Sie leiten einen zweiten Klagegrund aus einem Verstoß derselben Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem allgemeinen Grundsatz der materiellen Rechtskraft, so wie er durch Artikel 9 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof bestätigt werde, ab.

Zij leiden een tweede middel af uit de schending, door dezelfde bepalingen, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemeen beginsel van het gezag van gewijsde, zoals het is bekrachtigd bij artikel 9 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof.


[...] Unter diesen Voraussetzungen wird durch den Gesetzentwurf, indem die für nichtig erklärte Bestimmung wiederhergestellt wird, die materielle Rechtskraft des Entscheids des Verfassungsgerichtshofes missachtet und setzt man sich nicht nur der Gefahr einer neuen Nichtigerklärung aus, sondern auch einer einstweiligen Aufhebung auf der Grundlage von Artikel 20 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 ' über den Verfassungsgerichtshof ', aufgrund dessen der Gerichtshof auf Antrag einer klagenden Partei ein Gesetz einstweilig aufheben kann, wenn es mit einer vom Verfassungsgerichtshof bereits für nichtig erklärten Norm identisch oder i ...[+++]

[...] Daar de ontworpen wet de vernietigde bepaling herstelt, gaat ze bijgevolg voorbij aan het gezag van hetgeen het Grondwettelijk Hof gewezen heeft, en loopt ze het risico op een nieuwe vernietiging en bovendien op een schorsing op grond van artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 ' op het Grondwettelijk Hof ', krachtens welke bepaling het Hof een wet op vordering van een verzoekende partij kan schorsen indien die wet identiek is met of sterk gelijkt op een reeds door het Grondwettelijk Hof vernietigde norm » (ibid., pp. 41-42).


Sie bemängeln, dass der Gesetzgeber die mit dem Entscheid des Gerichtshofes Nr. 158/2014 vom 30. Oktober 2014 verbundene materielle Rechtskraft verletzt habe.

Zij verwijten de wetgever dat hij het gezag van gewijsde dat is verbonden aan het arrest nr. 158/2014 van 30 oktober 2014 van het Hof heeft geschonden.


Demzufolge ist der zweite Klagegrund, der aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem allgemeinen Grundsatz der materiellen Rechtskraft abgeleitet ist, ebenfalls begründet.

Bijgevolg is het tweede middel, dat is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemeen beginsel van het gezag van gewijsde, eveneens gegrond.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Der Abänderungsantrag, der dazu geführt hat, durch das Sondergesetz vom 9. März 2003 die Wörter « oder ihr ähnlich » in den Text von Artikel 20 Nr. 2 einzufügen, wurde folgendermaßen begründet: « Zweck dieser Änderung ist es, die Rechtskraft der Urteile des Hofes zu verstärken, indem eine einstweilige Aufhebung auch ermöglicht wird, wenn eine gesetzgebende Instanz versucht, diese Rechtskraft zu umgehen, indem sie neue Normen erlässt, die zwar leicht geändert sind, im Grunde aber nicht den Beschwerden entsprechen, die den Hof zu einem früheren Nichtigkeitsurteil veranlasst haben.

Het amendement dat ertoe heeft geleid, bij de bijzondere wet van 9 maart 2003, de woorden « of gelijkaardig aan » in te voegen in de tekst van artikel 20, 2°, was als volgt gemotiveerd : « Deze wijziging beoogt het gezag van de arresten van het Hof te versterken, door een schorsing ook mogelijk te maken wanneer een wetgevende instantie zich aan dit gezag probeert te onttrekken door nieuwe normen uit te vaardigen, die weliswaar licht gewijzigd zijn, maar ten gronde niet beantwoorden aan de bezwaren die het Arbitragehof hebben aangezet tot een eerder vernietigingsarrest.


Wenn nämlich, wie in der dem vorlegenden Richter unterbreiteten Rechtssache, die besagte Entscheidung nur eine relative materielle Rechtskraft hat, verhindert die Einhaltung dieser materiellen Rechtskraft in jedem Fall nicht die Durchführung eines neuen Verfahrens, dessen Gegenstand nicht identisch damit ist.

Wanneer, zoals in de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, de genoemde beslissing slechts een relatief gezag van gewijsde heeft, verzet de verplichte eerbiediging van dat gezag in elk geval zich niet ertegen dat een nieuw proces wordt gevoerd waarvan het voorwerp niet identiek is.


« Verstösst Artikel 30bis §§ 3 und 4 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer in der nach seiner Abänderung durch den königlichen Erlass vom 26. Dezember 1998 (mit Wirkung vom 1. Januar 1999) und vor seiner Abänderung durch die Artikel 55 und 56 des Programmgesetzes vom 27. April 2007 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung miteinander, insofern er die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung zwischen zwei Gruppen von Auftraggebern und Bauherren, die ursprünglich den gleichen, durch Artikel 30bis §§ 3 und 4 des vorerwähnten Gesetzes ihnen auferlegten Verpflichtungen unterlagen, je nach der Wah ...[+++]

« Schendt artikel 30bis, §§ 3 en 4, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie ervan die van toepassing was na de wijziging ervan bij het koninklijk besluit van 26 december 1998 (met inwerkingtreding op 1 januari 1999) en vóór de wijziging ervan bij de artikelen 55 en 56 van de programmawet van 27 april 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zou verbreken tussen twee groepen van opdrachtgevers die oorspronkelijk onderworpen waren aan dezelfde verplichtingen die hun werden opgelegd bij artikel 30bis, §§ 3 en 4, van ...[+++]


« Verstösst Artikel 30bis § 1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer in der vor seiner Abänderung durch Artikel 1 des königlichen Erlasses vom 26. Dezember 1998 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung miteinander, insofern er die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung zwischen zwei Gruppen von Auftraggebern und Bauherren, die ursprünglich den gleichen, durch Artikel 30bis § 1 des vorerwähnten Gesetzes ihnen auferlegten Verpflichtungen unterlagen, je nach der Wahl der von ihnen eingesetzten Dienstleister, die mit der Durchführung der Arbeiten im Sinne des königlichen Erlasses vom 5. Oktober ...[+++]

« Schendt artikel 30bis, § 1, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie ervan die van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 december 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zou verbreken tussen twee groepen van opdrachtgevers die oorspronkelijk onderworpen waren aan dezelfde verplichtingen die hun werden opgelegd bij artikel 30bis, § 1, van de voormelde wet naar gelang van de keuze van de door hen aangestelde dienstverrichters die de werken dienden uit te voeren bedo ...[+++]


3) Verstossen die Artikel 58 und 75 des Gesetzes über den Schutz des wirtschaftlichen Wettbewerbs, dahingehend ausgelegt, dass der Wettbewerbsrat beschliessen könnte, die Untersuchung eines Konzentrationsverfahrens wieder aufzunehmen, nachdem der Appellationshof Brüssel einen vorherigen Beschluss des Wettbewerbsrates in derselben Sache für nichtig erklärt hat, insofern in diesem Beschluss festgehalten wurde, dass die dem Wettbewerbsrat zur Beschlussfassung eingeräumte Frist ab sofort bis zum Erhalt der Antworten des Kassationshofes auf die ihm gestellten präjudiziellen Fragen ausgesetzt wurde, und festgestellt hat, dass davon auszugehen ist, dass die Konzentration, die den Gegenstand der Sache bildet, vom Wettbewerbsrat für zulässig erklärt ...[+++]

3) Schenden de artikelen 58 en 75 van de WBEM, in die zin geïnterpreteerd dat de Raad voor de Mededinging zou kunnen beslissen het onderzoek van een concentratieprocedure te hervatten nadat het Hof van Beroep te Brussel een vroegere beslissing van de Raad voor de Mededinging in dezelfde zaak heeft vernietigd in zoverre in die beslissing werd vastgesteld dat de aan de Raad voor de Mededinging opgelegde termijn om zich uit te spreken, voortaan werd geschorst tot de ontvangst van de antwoorden van het Hof van Cassatie op de aan dat Hof gestelde prejudiciële vragen, en nadat het heeft vastgesteld dat de concentratie die het voorwerp van de zaak uitmaakt, moet worden geacht toelaatbaar te zijn verklaard door de Raad voor de Mededinging, de artik ...[+++]


Insofern die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 4012 einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 9 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 und mit den Grundsätzen der Rechtssicherheit und der Rechtskraft geltend machen, ist ihre Beschwerde unbegründet; der Gesetzgeber hat nämlich nicht gegen die Rechtskraft des Urteils Nr. 202/2004 verstossen.

In zoverre de verzoekende partijen in de zaak nr. 4012 een schending aanvoeren van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 9 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 en met de beginselen van rechtszekerheid en van gezag van gewijsde, is hun grief niet gegrond; de wetgever heeft immers het gezag van gewijsde van het arrest nr. 202/2004 niet geschonden.




Anderen hebben gezocht naar : einrede der rechtskraft     rechtskraft     rechtskraft haben     die rechtskraft der entscheidung     materielle rechtskraft     rechtskräftig werden     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rechtskraft' ->

Date index: 2022-01-26
w