Das in Artikel 152 Absatz 3 der Verfassung vorgesehene Verbot der Versetzung eines Richters ohne dessen Einverständnis soll mit den anderen Bestimmungen desselben Artikels die Unabhängigkeit der Richter von den anderen Gewalten des Staates schützen; ein bei einem bestimmten Rechtsprechungsorgan ernannter Richter soll nicht befürchten, in ein anderes Rechtsprechungsorgan versetzt zu werden wegen der Weise, auf die er Recht spricht, oder aus irgendeinem anderen Grund.
Het verbod van ov
erplaatsing van een rechter zonder diens toestemming, waarin artikel 152, derde lid, van de Grondwet, voorziet, strekt ertoe, samen met de andere bepalingen van hetzelfde artikel, de onafhankelijkheid van de
rechter te beschermen tegenover de andere staatsmachten; een
rechter, die in een bepaald
rechtscollege is benoemd, moet niet vrezen naar een ander
rechtscollege te worden overgeplaatst wegens de manier waarop hij
recht spreekt of om welke andere reden
...[+++] ook.