Vertaling van "rat keinen widerspruch " (Duits → Nederlands) :

Da der Rat keinen Widerspruch ein­gelegt hat, kann die Kommission sie jetzt annehmen, sofern nicht das Europäische Parlament Einwände geltend macht.
Nu de Raad heeft besloten zich niet tegen de aanneming te verzetten, kan de Commissie, behoudens bezwaar van het Europees Parlement, de verordeningen aannemen.

Da der Rat keinen Widerspruch eingelegt hat, kann die Kommission die Rechtsakte jetzt annehmen, sofern nicht das Europäische Parlament Einwände geltend macht.
Nu de Raad zijn fiat heeft gegeven, kan de Commissie, behoudens bezwaar van het Europees Parlement, de verordening aannemen.

5. Die delegierten Rechtsakte treten nur dann in Kraft, wenn weder das Europäische Parlament noch der Rat innerhalb von zwei Monaten nach der Übermittlung des betreffenden Rechtsakts an das Europäische Parlament und den Rat einen Widerspruch geäußert hat oder wenn vor Ablauf dieses Zeitraums das Europäische Parlament und der Rat beide der Kommission mitgeteilt haben , dass sie keinen Widerspruch einlegen werden.
5. De gedelegeerde handelingen worden alleen van kracht als het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar maken binnen een termijn van twee maanden na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad, of indien het Europees Parlement en de Raad beide vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken.

5. Die delegierten Rechtsakte treten nur dann in Kraft, wenn weder das Europäische Parlament noch der Rat innerhalb von zwei Monaten nach der Übermittlung des betreffenden Rechtsakts an das Europäische Parlament und den Rat einen Widerspruch geäußert hat oder wenn vor Ablauf dieses Zeitraums das Europäische Parlament und der Rat beide der Kommission mitgeteilt haben, dass sie keinen Widerspruch einlegen werden.
5. De gedelegeerde handelingen worden alleen van kracht als het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar maken binnen een termijn van twee maanden na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad, of indien het Europees Parlement en de Raad beide vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken.

(5) Ein delegierter Rechtsakt gemäß Artikel 2 Absatz 2, Artikel 3 Absatz 7, Artikel 4 Absatz 2, Artikel 5 Absatz 4, Artikel 6 Absatz 4, Artikel 7 Absatz 3, Artikel 17 Absatz 2, Artikel 23 Absatz 5 sowie Artikel 30 tritt nur in Kraft, wenn weder das Europäische Parlament noch der Rat innerhalb eines Zeitraums von drei Monaten ab der Übermittlung des betreffenden Rechtsakts an das Europäische Parlament und den Rat einen Widerspruch geäußert hat oder wenn vor Ablauf dieses Zeitraums das Europäische Parlament und der Rat beide der Kommission mitgeteilt haben, dass sie keinen Widerspruch einlegen werden.
5. Een gedelegeerde handeling die overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 4, artikel 7, lid 3, artikel 17, lid 2, artikel 23, lid 5 en artikel 30 is vastgesteld, treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken.

Insbesondere (i) habe der Rat ausdrücklich Ziele angeführt (die Stärkung der Rechtsstaatlichkeit sowie die Achtung der Menschenrechte in der Ukraine), die er tatsächlich nicht aufrechterhalten könne, da er dann für die Aufnahme Gründe angeführt habe (im Zusammenhang mit der Behauptung der Veruntreuung öffentlicher Gelder der Ukraine und des illegalen Transfers dieser Gelder in das Ausland, was vom Kläger in Abrede gestellt wird), die weder mit den genannten noch irgendwelchen maßgeblichen Zielen des Art. 21 EUV in Einklang stünden, noch diesen dienten (ii) Der Beschluss und die Verordnung stünden in Widerspruch zu anderen maßgeblichen, in Art. 21 EUV bezeichneten Zielen, da sie nicht dazu beitrügen, „Demokratie .[und] die Grundsätze des Völkerrechts zu festigen und zu wahren“, insbesondere deshalb, weil auf der fälschlicherweise angenommenen Grundlage gehandelt werde, dass es sich bei dem rechtmäßig demokratisch gewählten Präsidenten der Ukraine, dem Kläger, entgegen ukrainischem Recht und dem Völkerrecht um einen „ehemaligen Staatspräsidenten“ handele, und weil der sogenannte „Interimspräsident und die Regierung“, die nicht nach Recht und Gesetz und demokratisch gewählt worden seien und deren zeitweise Machtübernahme auf ungesetzlicher Gewalt beruhe, entgegen rechtsstaatlichen Grundsätzen, demokratischen Prinzipien und dem Völkerrecht unterstützt würden (b) Die Voraussetzungen für eine Berufung auf Art. 215 AEUV seien nicht erfüllt gewesen, da kein rechtsgültiger Beschluss nach Titel V Kapitel 2 EUV vorgelegen habe (c) Es habe keinen hinreichenden Anknüpfungspunkt gegeben, um sich in Bezug auf den Kläger auf Art. 215 AEUV zu stützen.
Met name (i) kon de Raad aan de door hem uitdrukkelijk aangevoerde doelstellingen (consolidering van de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten in Oekraïne) in werkelijkheid niet langer vasthouden, waarop hij redenen heeft aangevoerd voor de plaatsing op de lijst (in verband met een vermeende verduistering van Oekraïense overheidsmiddelen en de illegale overbrenging daarvan buiten Oekraïne, hetgeen verzoeker ontkent) die niet met de aangevoerde of met een van de andere relevante doelstellingen van artikel 21 VEU overeenstemden (ii) Het besluit en de verordening zijn strijdig met andere relevante doelstellingen van artikel 21, daar zij de „consolidering en ondersteuning van de democratie [...] [en van] de beginselen van het internationaal recht” niet tot stand hebben gebracht, in het bijzonder door ten onrechte en in strijd met het Oekraïense en het internationale recht te beweren, en op basis daarvan te handelen, dat de rechtmatig democratisch verkozen president van Oekraïne, verzoeker, een „voormalige president” was, en door steun te verlenen aan de zogenaamde „interim president en regering”, die niet rechtmatig en democratisch zijn verkozen, en die de beperkte macht waarover zij met onderbrekingen beschikken, hebben verworven via onrechtmatig geweld, in strijd met de rechtsstaat, de democratische beginselen en het internationale recht (b) Aan de voorwaarden om een beroep te doen op artikel 215 VWEU was niet voldaan, daar er geen geldig besluit was vastgesteld overeenkomstig hoofdstuk 2 van titel V VEU (c) Artikel 215 VWEU kon niet tegen verzoeker worden aangevoerd daar er geen voldoende verband was.

Insbesondere (i) habe der Rat ausdrücklich Ziele angeführt (die Stärkung der Rechtsstaatlichkeit sowie die Achtung der Menschenrechte in der Ukraine), die er tatsächlich nicht aufrechterhalten könne, da er dann für die Aufnahme Gründe angeführt habe (im Zusammenhang mit der Behauptung der Veruntreuung öffentlicher Gelder der Ukraine und des illegalen Transfers dieser Gelder in das Ausland, was vom Kläger in Abrede gestellt wird), die weder mit den genannten noch irgendwelchen maßgeblichen Zielen des Art. 21 EUV in Einklang stünden, noch diesen dienten (ii) Der Beschluss und die Verordnung stünden in Widerspruch zu anderen maßgeblichen, in Art. 21 EUV bezeichneten Zielen, da sie nicht dazu beitrügen, „Demokratie .[und] die Grundsätze des Völkerrechts zu festigen und zu wahren“, insbesondere deshalb, weil auf der fälschlicherweise angenommenen Grundlage gehandelt werde, dass es sich bei dem rechtmäßig demokratisch gewählten Präsidenten der Ukraine, Präsident Yanukovych, entgegen ukrainischem Recht und dem Völkerrecht um einen „ehemaligen Staatspräsidenten“ handele, und weil der sogenannte „Interimspräsident und die Regierung“, die nicht nach Recht und Gesetz und demokratisch gewählt worden seien und deren zeitweise Machtübernahme auf ungesetzlicher Gewalt beruhe, entgegen rechtsstaatlichen Grundsätzen, demokratischen Prinzipien und dem Völkerrecht unterstützt würden (b) Die Voraussetzungen für eine Berufung auf Art. 215 AEUV seien nicht erfüllt gewesen, da kein rechtsgültiger Beschluss nach Titel V Kapitel 2 EUV vorgelegen habe (c) Es habe keinen hinreichenden Anknüpfungspunkt gegeben, um sich in Bezug auf den Kläger auf Art. 215 AEUV zu stützen.
Met name (i) kon de Raad aan de door hem uitdrukkelijk aangevoerde doelstellingen (consolidering van de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten in Oekraïne) in werkelijkheid niet langer vasthouden, waarop hij redenen heeft aangevoerd voor de plaatsing op de lijst (in verband met een vermeende verduistering van Oekraïense overheidsmiddelen en de illegale overbrenging daarvan buiten Oekraïne, hetgeen verzoeker ontkent) die niet met de aangevoerde of met een van de andere relevante doelstellingen van artikel 21 VEU overeenstemden (ii) Het besluit en de verordening zijn strijdig met andere relevante doelstellingen van artikel 21, daar zij de „consolidering en ondersteuning van de democratie [...] [en van] de beginselen van het internationaal recht” niet tot stand hebben gebracht, in het bijzonder door ten onrechte en in strijd met het Oekraïense en het internationale recht te beweren, en op basis daarvan te handelen, dat de rechtmatig democratisch verkozen president van Oekraïne, president Yanukovych, een „voormalige president” was, en door steun te verlenen aan de zogenaamde „interim president en regering”, die niet rechtmatig en democratisch zijn verkozen, en die de beperkte macht waarover zij met onderbrekingen beschikken, hebben verworven via onrechtmatig geweld, in strijd met de rechtsstaat, de democratische beginselen en het internationale recht (b) Aan de voorwaarden om een beroep te doen op artikel 215 VWEU was niet voldaan, daar er geen geldig besluit was vastgesteld overeenkomstig hoofdstuk 2 van titel V VEU (c) Artikel 215 VWEU kon niet tegen verzoeker worden aangevoerd daar er geen voldoende verband was.

(5 ) Ein delegierter Rechtsakt gemäß Artikel 2 Absatz 2, Artikel 3 Absatz 7 , Artikel 4 Absatz 2, Artikel 5 Absatz 3, Artikel 6 Absatz 2, Artikel 7 Absatz 3, Artikel 8 Absatz 3, Artikel 15 Absatz 2, Artikel 19 Absatz 4 sowie Artikel 25 tritt nur in Kraft, wenn weder das Europäische Parlament noch der Rat innerhalb eines Zeitraums von drei Monaten ab der Übermittlung des betreffenden Rechtsakts an das Europäische Parlament und den Rat einen Widerspruch geäußert hat oder wenn vor Ablauf dieses Zeitraums das Europäische Parlament und der Rat beide der Kommission mitgeteilt haben, dass sie keinen Widerspruch einlegen werden.
5. Een gedelegeerde handeling die overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 3, artikel 8, lid 3, artikel 15, lid 2, artikel 19, lid 4 en artikel 25 is vastgesteld, gaat pas van kracht indien ofwel het Europees Parlement ofwel de Raad er binnen drie maanden na bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar tegen aantekent, of indien het Europees Parlement en de Raad de Commissie hebben medegedeeld er geen bezwaar tegen te zullen aantekenen.

5. Ein delegierter Rechtsakt gemäß Artikel 2 Absatz 2, Artikel 3 Absatz 7 , Artikel 4 Absatz 2, Artikel 5 Absatz 3, Artikel 6 Absatz 2, Artikel 7 Absatz 3, Artikel 8 Absatz 3, Artikel 15 Absatz 2, Artikel 19 Absatz 4 sowie Artikel 25 tritt nur in Kraft, wenn weder das Europäische Parlament noch der Rat innerhalb eines Zeitraums von drei Monaten ab der Übermittlung des betreffenden Rechtsakts an das Europäische Parlament und den Rat einen Widerspruch geäußert hat oder wenn vor Ablauf dieses Zeitraums das Europäische Parlament und der Rat beide der Kommission mitgeteilt haben, dass sie keinen Widerspruch einlegen werden.
5. Een gedelegeerde handeling die overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 3, artikel 8, lid 3, artikel 15, lid 2, artikel 19, lid 4 en artikel 25 is vastgesteld, gaat pas van kracht indien ofwel het Europees Parlement ofwel de Raad er binnen drie maanden na bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar tegen aantekent, of indien het Europees Parlement en de Raad de Commissie hebben medegedeeld er geen bezwaar tegen te zullen aantekenen.

Es sei jedoch darauf verwiesen, dass die Schlussfolgerungen von Sevilla keinen Widerspruch zu Artikel 203 des Vertrags darstellen, in dem festgelegt ist, dass es in der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten liegt, die Person zu bestimmen, die sie im Rat vertritt, wobei angenommen wird, dass diese Person befugt ist, für die Regierung des Mitgliedstaats verbindlich zu handeln.
Er dient echter opgemerkt te worden dat de conclusies van Sevilla niet indruisen tegen hetgeen is neergelegd in het Verdrag (artikel 203) inhoudende dat de lidstaten bevoegd zijn de persoon aan te duiden die hen zal vertegenwoordigen in de Raad, waarbij wordt aangenomen dat deze persoon bevoegd dient te zijn besprekingen te voeren met de regering van de lidstaat.