Art. 18 - Die Regionen und die Deutschsprachige Gemeinschaft verpflichten sich im Rahmen ihrer jeweiligen Befugnisse, die Kontinuität der in Artikel 7, § 8, dieses Kooperationsabkommens aufgeführten Aktivitätsgenossenschaften am Ende des einjährigen in Artikel 13, § 1, selbigen Abkommens vorgesehenen Zeitraums zu gewährleisten.
Art. 18. De Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap verbinden er zich ertoe om in het kader van hun bevoegdheden de voortzetting van de in artikel 7, § 8, van dit samenwerkingsakkoord, beoogde activiteitencoöperatieven te garanderen na afloop van de in artikel 13, § 1, van hetzelfde samenwerkingsakkoord, bedoelde periode van 1 jaar.