8. begrüßt die Erklärung der EU-Präsidentschaft im September 2003 in Bangkok während des Fünften Treffens der Vertragsparteien des Übereinkommens (Die Europäische Union verleiht der Hoffnung Ausdruck, dass alle nichtstaatlichen Akteure den Einsatz von Antipersonen-Landminen einstellen und die Verpfli
chtungserklärung zu einem vollständigen Verbot von Antipersonenminen und zur Zusammenarbeit bei der Minenräumung unterzeichnen werden, wie im Aufruf von Genf vorgesehen); fordert den Rat und die Kommission eindringlich auf, ihre Bemühungen fortzusetzen, bewaffnete nichtstaatlic
he Akteure zu einem Verbot ...[+++] von Landminen zu verpflichten; 8. is verheugd over de verklaring van het voorzitterschap van de EU van september 2003 in Bangkok gedurende de Vijfde bijeenkomst van staten die het verdrag hebben ond
ertekend, waarin de Europese Unie de hoop uitspreekt dat alle niet op staatsniveau opererende actoren het gebruik van antipersoonsmijnen zullen beëindigen en de Akte van verbintenis zullen ondertekenen voor aanslui
ting bij een totaal verbod op antipersoonsmijnen en samenwerking bij mijnopruimingsactiviteiten, waarin de oproep van Genève voorziet; doet een beroep op de R
...[+++]aad en de Commissie hun pogingen voort te zetten om gewapende niet op staatsniveau opererende actoren zich aan te laten sluiten bij een verbod op landmijnen;