Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Atomteststoppvertrag
B-Waffen-Übereinkommen
BWÜ
CTBT
CWÜ
Chemiewaffenübereinkommen
OVCW
Organisation für das Verbot chemischer Waffen
UVNV
Umfassendes Verbot von Nuklearversuchen
Verbot
Verbot der Doppelbestrafung
Verbot der Einfahrt
Verkehrszeichen zur Aufhebung eines Verbots
Übereinkommen über das Verbot chemischer Waffen

Vertaling van "prinzipiellen verbot " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
B-Waffen-Übereinkommen | Übereinkommen über das Verbot biologischer Waffen und von Toxinwaffen | Übereinkommen über das Verbot der Entwicklung, Herstellung und Lagerung bakteriologischer (biologischer) Waffen und von Toxinwaffen sowie über die Vernichtung solcher Waffen | BWÜ [Abbr.]

B-wapensverdrag | Verdrag inzake biologische en toxinewapens | Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie en de aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens en inzake de vernietiging van deze wapens | BTWC [Abbr.] | BW-Verdrag [Abbr.]


Atomteststoppvertrag | umfassendes Verbot von Nuklearversuchen | Vertrag über das umfassende Verbot von Nuklearversuchen | CTBT [Abbr.] | UVNV [Abbr.]

Alomvattend Kernstopverdrag | CTBT [Abbr.]


Chemiewaffenübereinkommen | Übereinkommen über das Verbot chemischer Waffen | Übereinkommen über das Verbot der Entwicklung, Herstellung, Lagerung und des Einsatzes chemischer Waffen und über die Vernichtung solcher Waffen | CWÜ [Abbr.]

Chemische Wapens Verdrag | Verdrag inzake chemische wapens | CWC [Abbr.]


Verkehrszeichen zur Aufhebung eines Verbots

verkeersbord dat het einde van een verbod aanduidt




Verbot der Einfahrt

verboden richting voor ieder bestuurder




Organisation für das Verbot chemischer Waffen [ OVCW ]

Organisatie voor het verbod van chemische wapens [ OVCW ]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der Hof wird im Wesentlichen gefragt, ob diese Verfassungsbestimmung beinhalte, dass ein Auftreten des Dekretgebers erforderlich sei zur Einführung eines generellen und prinzipiellen Verbots des Tragens sichtbarer religiöser oder weltanschaulicher Erkennungsmerkmale, oder ob sie es erlaube, dass der Dekretgeber durch ein mit der in Paragraph 2 dieses Artikels vorgesehenen besonderen Mehrheit angenommenes Dekret die Befugnis, über ein solches Verbot zu entscheiden, einem « autonomen Organ » übertrage, im vorliegenden Fall dem Rat des Gemeinschaftsunterrichts, ohne die betreffenden Leitlinien festzulegen.

Het Hof wordt in essentie gevraagd of die grondwettelijke bepaling inhoudt dat een optreden van de decreetgever is vereist voor het invoeren van een algemeen en principieel verbod op het dragen van zichtbare religieuze of levensbeschouwelijke kentekens, dan wel of ze toelaat dat de decreetgever, bij decreet aangenomen met de in paragraaf 2 van dat artikel bedoelde bijzondere meerderheid, de bevoegdheid om te beslissen over een dergelijk verbod, opdraagt aan een « autonoom orgaan », te dezen de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, zonder de krachtlijnen ervan vast te leggen.


Die Annahme eines für Schüler geltenden generellen und prinzipiellen Verbots des Tragens sichtbarer religiöser und weltanschaulicher Erkennungsmerkmale durch den Rat des Gemeinschaftsunterrichts, das ausschliesslich in den Unterrichtsanstalten des Gemeinschaftsunterrichts gilt, kann jedoch nicht als Ausübung einer « Verordnungsbefugnis » im Sinne der zitierten Vorarbeiten angesehen werden.

Het aannemen, door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, van een voor leerlingen geldend algemeen en principieel verbod op het dragen van zichtbare religieuze en levensbeschouwelijke kentekens dat uitsluitend geldt in de onderwijsinstellingen van het Gemeenschapsonderwijs, kan echter niet worden beschouwd als het uitoefenen van een « verordenende bevoegdheid » in de zin van de aangehaalde parlementaire voorbereiding.


Der Hof wird gefragt, ob die betreffenden Bestimmungen in der Auslegung, dass sie dem Rat des Gemeinschaftsunterrichts die Zuständigkeit übertrügen, sich zu einem generellen und prinzipiellen Verbot des Tragens sichtbarer religiöser und weltanschaulicher Erkennungsmerkmale zu äussern, mit Artikel 24 der Verfassung vereinbar seien.

Het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepalingen, in de interpretatie dat zij aan de Raad van het Gemeenschapsonderwijs de bevoegdheid opdragen om zich uit te spreken over een algemeen en principieel verbod op het dragen van zichtbare religieuze en levensbeschouwelijke kentekens, bestaanbaar zijn met artikel 24 van de Grondwet.


« Verstossen Artikel 33 § 1 Nrn. 1 und 2 und Artikel 34 Nr. 1 des Sonderdekrets vom 14. Juli 1998 über den Gemeinschaftsunterricht, dahingehend ausgelegt, dass sie dem Rat des Gemeinschaftsunterrichts die Zuständigkeit erteilen, sich zu einem generellen und prinzipiellen Verbot des Tragens sichtbarer religiöser und weltanschaulicher Erkennungsmerkmale zu äussern, gegen Artikel 24 der Verfassung?

« Schenden de artikelen 33, § 1, 1° en 2°, en artikel 34, 1°, van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, zo geïnterpreteerd dat daarbij aan de Raad van het Gemeenschapsonderwijs de bevoegdheid wordt opgedragen om zich uit te spreken over een algemeen en principieel verbod tot het dragen van zichtbare religieuze en levensbeschouwelijke kenmerken, het artikel 24 van de Grondwet ?


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Der Gesetzgeber wollte hingegen, wie angegeben in den in B.4 zitierten Vorarbeiten, jede andere Form von Leiharbeit als die Aushilfsarbeit - die er nur gemäss den obengenannten strikten Modalitäten und Bedingungen akzeptierte - verbieten, was konkret zum Ausdruck gebracht wird in dem in Artikel 31 § 1 des Gesetzes vom 24. Juli 1987 enthaltenen Verbot; von diesem prinzipiellen Verbot kann nur abgewichen werden innerhalb des engen Rahmens des ausnahmsweisen Verleihs von Arbeitskräften im Sinne von Artikel 32 desselben Gesetzes, der zudem eine vorhergehende administrative Zulassung verlangt.

De wetgever heeft daarentegen, zoals is aangegeven in de in B.4 geciteerde parlementaire voorbereiding, elke andere vorm van terbeschikkingstelling van werknemers dan de uitzendarbeid - die hij enkel aanvaardde onder de voorwaarden en volgens de strikte modaliteiten die hiervoor zijn beschreven - willen verbieden, wat geconcretiseerd wordt bij het verbod vervat in artikel 31, § 1, van de wet van 24 juli 1987; van dat principiële verbod kan enkel worden afgeweken binnen het strikte kader van het uitzonderlijk uitlenen van arbeidskrach ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prinzipiellen verbot' ->

Date index: 2022-10-25
w