Unter diesen Umständen ist es nicht objektiv und vernünftig gerechtfertigt, dass für die nach dem 2. Juli 1999 begangenen Straftaten die in Artikel 22 § 3 des Gesetzes vom 21. November 1989 genannten Personen persönlich haftbar bleiben für Straftaten, die einer juristischen Person angelastet werden, während Artikel 5 des Strafgesetzbuches auf allgemeine Weise eine eigene strafrechtliche Haftung der juristischen Person vorsieht.
In die omstandigheden is het niet objectief en redelijk verantwoord dat, voor misdrijven gepleegd na 2 juli 1999, de in artikel 22, § 3, van de wet van 21 november 1989 genoemde personen persoonlijk aansprakelijk blijven voor misdrijven toegerekend aan de rechtspersoon, terwijl artikel 5 van het Strafwetboek op algemene wijze in een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon voorziet.