Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «ordentliche richter wohl diese befugnis » (Allemand → Néerlandais) :

Die zweite Frage bezieht sich darauf, dass die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse auferlege, die Gesetzmässigkeit der Verordnungen nicht in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung kontrollieren könne, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis habe.

De tweede vraag betreft het feit dat de administratieve overheid die de geldboete oplegt, niet, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, de wettigheid van de verordeningen kan toetsen terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft.


2. die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse verhängt, keine Kontrolle der Gesetzmässigkeit der Verordnungen in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung durchführen kann, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis hat?

2. de administratieve overheid die de geldboete oplegt, de wettigheid van de verordeningen niet kan controleren, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft ?


B.2.3 Die dritte Frage bezieht sich darauf, dass die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse auferlege, den Hof nicht zur Vereinbarkeit einer Gesetzesnorm mit der Verfassung und den Regeln der Zuständigkeitsverteilung befragen könne, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis habe.

B.2.3 De derde vraag heeft betrekking op de omstandigheid dat de administratieve overheid die de geldboete oplegt, het Hof geen vraag kan stellen over de bestaanbaarheid van een wetskrachtige norm met de Grondwet en de bevoegdheidverdelende regels, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft.


2. die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse verhängt, keine Kontrolle der Gesetzmässigkeit der Verordnungen in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung durchführen kann, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis hat?

2. de administratieve overheid die de geldboete oplegt, de wettigheid van de verordeningen niet kan controleren, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft ?


Der vorlegende Richter stellt dem Gerichtshof eine Frage bezüglich der Vereinbarkeit von Artikel 38 § 6 des Straßenverkehrsgesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern die Kategorie von Personen, die verurteilt worden seien, weil sie ein Fahrzeug außerhalb der Grenzen der Fahrerlaubnis, deren Inhaber sie seien, gesteuert hätten - in Artikel 30 § 2 desselben Gesetzes vorgesehener Verstoß, im Sinne des vorerwähnten Artikels 38 § 6 -, auf die gleiche Weise behandelt werde wie die Kategorie von Personen, die aufgrund der anderen in diesem Artikel ...[+++]

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de categorie van personen die zijn veroordeeld omdat zij een voertuig hebben bestuurd buiten de perken van het rijbewijs waarvan zij houder zijn - overtreding waarin is voorzien in artikel 30, § 2, van dezelfde wet, bedoeld in het voormelde artikel 38, § 6 - op dezelfde wijze wordt behandeld als de categorie van personen die zijn veroordeeld op grond van de andere in dat artikel 38, § 6, vermelde overtredingen, terwijl de eerste categorie, bij een veroordeling wegens e ...[+++]


Verstößt Artikel 145 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung gegen die Artikel 10, 11 und 151 § 1 der Verfassung, den allgemeinen Grundsatz der Unabhängigkeit und Unparteilichkeit des Richters und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er - sowohl insbesondere wegen § 1 Absätze 3 Nr. 2 und 5 und § 7 dieses Artikels als auch wegen der Vorarbei ...[+++]

Schendt artikel 145 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 10, 11 en 151, § 1, van de Grondwet, het algemene beginsel van onafhankelijkheid en van onpartijdigheid van de rechter en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, in zoverre het, zowel wegens met name paragraaf 1, derde lid, 2°, en vijfde lid, en paragraaf 7 ervan als wegens de parlementaire voorbereiding met betrekking tot dat artikel, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het erin voorziet dat twee adviserend geneesheren uit de kandidate ...[+++]


« Verstößt Artikel 94 des [flämischen] Gemeindedekrets vom 15. Juli 2005 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel IV. 2 Nr. 1 des Wirtschaftsgesetzbuches, vormals Artikel 3 Absatz 2 Nr. 1 des koordinierten Gesetzes über den Schutz des wirtschaftlichen Wettbewerbs, sowie mit den Artikeln 144 und 146 der koordinierten Verfassung, insofern er dem finanziell Verantwortlichen einer Gemeinde die - gerichtliche - Zuständigkeit oder Befugnis erteilt, darüber zu entscheiden, welche Forderungen der Gemeinde wohl ...[+++]nd welche nicht als bestritten betrachtet werden, und diese daraufhin mit einer Vollstreckungsklausel oder einem Vollstreckungstitel zu versehen, ohne kontradiktorisches Verfahren und ohne inhaltliches Rechtsmittel, abgesehen von der Kontrolle durch das Bürgermeister- und Schöffenkollegium über die sichere, fällige und feststehende Beschaffenheit der Forderung, ohne Kontrolle über die bestrittene Beschaffenheit der Forderung? ».

« Schendt artikel 94 van het [Vlaamse] Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet tezamen gelezen met artikel IV. 2.1° van het Wetboek van Economisch recht, voorheen artikel 3, al. 2, 1° van de gecoördineerde Wet [tot bescherming van de] Economische Mededinging, alsook met artikelen 144 en 146 van de Gecoördineerde Grondwet in de mate het de financieel verantwoordelijke van een gemeente de - rechterlijke - bevoegdheid of macht verleent te beslissen welke vorderingen van de gemeente als betwist worden beschouwd en welke niet en vervolgens deze ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch der Architektenkammer nicht die Befugnis erteilt werde, entweder als Zivilpartei vor dem Strafrichter oder als klagende Partei vor dem Zivilrichter aufzutreten gegen Verstöße gegen Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs, während ein Beruf ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in de interpretatie dat zij geen bevoegdheid toekent aan de Orde van architecten om, hetzij als burgerlijke partij voor de strafrechter, hetzij als eisende partij voor de burgerlijke rechter, in rechte op te treden tegen inbreuken op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect, terwijl een beroepsvereniging in de zin van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen, wel voor de gewone rechtscolleges in rechte kan optreden ter bescherming van de belangen waarvoor zij is opgeric ...[+++]


„Rechtsmittelinstanz“ ein nationales Gericht, das im Wege ordentlicher Rechtsmittel befugt ist, Entscheidungen einer nationalen Wettbewerbsbehörde oder darüber ergehende gerichtliche Entscheidungen zu überprüfen, unabhängig davon, ob dieses Gericht selbst die Befugnis hat, eine Zuwiderhandlung gegen das Wettbewerbsrecht festzustellen.

„beroepsinstantie”: een nationale rechterlijke instantie die bevoegd is kennis te nemen van met gebruikmaking van de gangbare rechtsmiddelen ingestelde beroepen tegen besluiten van een nationale mededingingsautoriteit of tegen vonnissen op deze besluiten, ongeacht de vraag of deze rechterlijke instantie al dan niet bevoegd is om een inbreuk op het mededingingsrecht vast te stellen.


Die Verbindung beider Urteile Nr. 62/94 vom 14. Juli 1994 und Nr. 66/2003 vom 14. Mai 2003 veranlasst den vorlegenden Richter, den Hof zu fragen, ob ein Verstoss gegen die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung vorliege, da die Rechtsprechung des Hofes dazu führe, dass der Richter bei der Beurteilung der Klage auf Nichtigkeitserklärung der Anerkennung eines minderjährigen, nicht für mündig erklärten Kindes unter fünfzehn Jahren, dessen Mutter unbekannt, verstorben oder ausserstande ist, ihren Willen zu äussern, durch einen Mann, bei dem nicht angefochten wird, dass er nicht der biologische Vater ist, keine Kontrolle hinsichtl ...[+++]

De combinatie van beide arresten nr. 62/94 van 14 juli 1994 en nr. 66/2003 van 14 mei 2003 brengt de verwijzende rechter ertoe het Hof te vragen of er sprake is van een schending van de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, vermits de rechtspraak van het Hof ertoe leidt dat de rechter bij het beoordelen van de vordering tot vernietiging van de erkenning van een minderjarig, niet ontvoogd kind, jonger dan vijftien jaar, van wie de moeder onbekend, overleden dan wel in de onmogelijkheid is haar wil te kennen te geven, door een man van wie niet wordt betwist dat hij niet de biologische vader is, geen controle kan uitoefenen wat b ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ordentliche richter wohl diese befugnis' ->

Date index: 2025-07-09
w