Die präjudizielle Frage bezieht sicht auf die Vereinbarkeit von Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 und von Artikel 24 des Jagddekrets der Flämischen Region vom 24. Juli 1991 mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, insofern diese Bestimmungen ein unterschiedliches Verfahren in Bezug auf Klagen auf Entschädigung für Wildschäden vorsähen, je nachdem, ob diese Schäden durch Kaninchen oder durch anderes Wild verursacht worden seien.
De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 en van artikel 24 van het jachtdecreet van het Vlaamse Gewest van 24 juli 1991, in zoverre die bepalingen in een verschillende rechtspleging voorzien ten aanzien van vorderingen tot vergoeding van wildschade naargelang die schade door konijnen dan wel door ander wild wordt veroorzaakt.