24. stellt fest, dass ein Großteil der Gewässer des Mittelmeers und des Schwarzen Meeres außerhalb der Gebiete gelegen ist, die der Rechtsprechung oder den Hoheitsrechten von Küstenstaaten unterstehen, und dass diese Staaten folglich keine Regulierungs- und Durchsetzungsvollmachten für ein geschlossenes Vorgehen zur Kontrolle und Regelung menschlicher Tätigkeiten in diesen Gebieten haben;
24. merkt op dat een groot deel van de wateren van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee zich buiten de gebieden bevinden die onder de jurisdictie of soevereiniteit van kuststaten vallen en dat deze staten daarom geen regelgevings- of handhavingsbevoegdheden hebben om op geïntegreerde wijze de activiteiten van de mens buiten hun bevoegdheidsgebieden te regelen;