Zu diesem Zweck können die zuständigen Behörden des ersuchten Mitgliedstaats unbeschadet des Artikels 6 zunächst die Einleitung eines Schiedsverfahrens gemäß den nationalen Rechtsvorschriften des ersuchten Mitgliedstaats erleichtern, sofern der ersuchende Mitgliedstaat sowie der Eigenbesitzer oder Fremdbesitzer ihre förmliche Zustimmung erteilen.
Te dien einde kunnen de bevoegde autoriteiten van de aangezochte lidstaat, onverminderd artikel 6, eerst de weg effenen voor een arbitrageprocedure overeenkomstig de nationale wetgeving van de aangezochte lidstaat, op voorwaarde dat de verzoekende lidstaat en de bezitter of houder uitdrukkelijk met de arbitrageprocedure akkoord gaan.