(5) Anträge auf internationalen Schutz, die in einem Mitgliedstaat bei den Behörden eines anderen Mitgliedstaats gestellt werden, die in ersterem Mitgliedstaat Grenz- oder Einreisekontrollen durchführen, werden von dem Mitgliedstaat bearbeitet, in dessen Hoheitsgebiet sie gestellt werden.
5. Verzoeken om internationale bescherming die in een lidstaat worden ingediend bij de autoriteiten van een andere lidstaat die daar grens- of immigratiecontroles uitvoeren, worden behandeld door de lidstaat op het grondgebied waarvan het verzoek wordt ingediend.