(6) Personenbezogene Daten, die von der zuständigen Behörde eines anderen Mitgliedstaats übersandt wurden, dürfen ausnahmsweise an zuständige Behörden eines Drittlandes oder internationale Einrichtungen, in dem bzw. denen ein angemessener Datenschutz nicht gewährleistet ist, weiterübertragen werden, wenn dies zum Schutz der grundlegenden Interessen eines Mitgliedstaats oder zur Abwehr einer drohenden ernsthaften Gefahr für die öffentliche Sicherheit oder für eine oder mehrere Personen unbedingt notwendig ist.
6. Bij wijze van uitzondering mogen persoonsgegevens die door een bevoegde instantie van een andere lidstaat zijn verstrekt worden doorgegeven aan de bevoegde instanties van derde landen of aan internationale organen die geen passend niveau van gegevensbescherming bieden, indien dit absoluut noodzakelijk is om een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of van een bepaalde persoon of bepaalde personen te voorkomen.