Einfuhren von Verbindungselementen aus Eisen oder Stahl, die von anderen, nicht namentlich in Artikel 1 Absatz 1 der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 723/20111 genannten Unternehmen (einschließlich der mit den ausdrücklich genannten Unternehmen verbundenen Unternehmen) hergestellt werden, erhalten keine Befreiung; sie sollten weiterhin dem mit der genannten Verordnung eingeführten residualen Zollsatz unterliegen.
Ingevoerde ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen die worden vervaardigd door een onderneming die niet met naam is genoemd in artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011, met inbegrip van ondernemingen die banden hebben met de specifiek vermelde ondernemingen, komen niet in aanmerking voor de vrijstelling en zijn onderworpen aan het bij die verordening ingestelde residuele recht.
