Vertaling van "nr 575 2013 ermittelten aufschlag " (Duits → Nederlands) :

Die Institute legen den nach Artikel 429b Absatz 2 bzw. Absatz 3 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ermittelten Aufschlag für das Gegenparteiausfallsrisiko bei SFT offen, wobei sie auch außerbilanzielle SFT berücksichtigen.
Instellingen vermelden de opslagfactor voor tegenpartijkredietrisico bij SFT's (met inbegrip van die buiten de balanstelling) die wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 429 ter, lid 2 of 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 al naargelang het geval.

Die Institute legen den nach Artikel 222 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ermittelten Aufschlag für SFT einschließlich außerbilanzieller SFT offen, wobei für das anwendbare Risikogewicht eine Untergrenze von 20 % gilt.
Instellingen vermelden de opslagfactor voor SFT's (met inbegrip van die buiten de balanstelling) die wordt berekend overeenkomstig artikel 222 van Verordening (EU) nr. 575/2013, met toepassing van een vloer van 20 % voor het toepasselijke risicogewicht.

Bei Kreditderivaten und den in Anhang II der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 genannten Geschäften legen die Institute die wertmäßige Differenz zwischen dem Buchwert der als Aktiva angesetzten Derivate und dem nach Artikel 429 Absatz 4 Buchstabe b, Artikel 429 Absatz 9 in Verbindung mit Artikel 429a, Artikel 429 Absatz 11 Buchstaben a und b und Artikel 429 Absatz 12 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ermittelten Risikopositionswert für die Verschuldungsquote offen.
Voor kredietderivaten en de in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 575/2013 genoemde contracten vermelden instellingen het waardeverschil tussen de boekwaarde van de als activa opgenomen derivaten en de door de toepassing van artikel 429, lid 4, onder b), artikel 429, lid 9, juncto artikel 429 bis, artikel 429, lid 11, onder a) en b), en artikel 429, lid 12, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bepaalde blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio.

Bei SFT legen die Institute die wertmäßige Differenz zwischen dem Buchwert der als Aktiva angesetzten SFT und dem nach Artikel 429 Absatz 4 Buchstaben a und c in Verbindung mit Artikel 429b, Artikel 429 Absatz 5 Buchstaben c und d, Artikel 429 Absatz 8 und Absatz 11 Buchstaben c bis f der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ermittelten Risikopositionswert für die Verschuldungsquote offen.
Voor SFT's vermelden instellingen het waardeverschil tussen de boekwaarde van de als activa opgenomen SFT's en de door de toepassing van artikel 429, lid 4, onder a) en c), juncto artikel 429 bis, artikel 429, lid 5, onder c) en d), artikel 429, lid 8, en artikel 429, lid 11, onder c) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bepaalde blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio.

Für die Berechnung des gewichteten Durchschnitts nach Unterabsatz 1 schreiben die Mitgliedstaaten den Instituten vor, auf jede anwendbare Quote antizyklischer Puffer den Quotienten aus den gemäß Teil 3 Titel II und IV der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ermittelten Gesamteigenmittelanforderungen zur Unterlegung der wesentlichen Kreditrisikopositionen in dem betreffenden Rechtsraum und den Gesamteigenmittelanforderungen zur Unterlegung des Kreditrisikos aller wesentlichen Kreditrisikopositionen anzuwenden.
De lidstaten schrijven voor dat de instellingen bij de berekening van het in de eerste alinea bedoelde gewogen gemiddelde, voor elk toepasselijk contracyclisch bufferpercentage hun totale, overeenkomstig deel 3, titels II en IV, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met hun desbetreffende kredietblootstellingen op het betrokken grondgebied berekenen, en dit delen door hun totale eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met al hun desbetreffende kredietblootstellingen.

den Gesamtbetrag der auf konsolidierter Basis ermittelten, in Tochterunternehmen in einem Drittland gehaltenen Eigenmittel des Mutterinstituts in einem Mitgliedstaat, zu dessen Gunsten das Ermessen gemäß Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 ausgeübt wird,
het totale bedrag aan in dochterondernemingen in een derde land aangehouden eigen vermogen op geconsolideerde basis van de moederinstelling in een lidstaat die gebruik kan maken van de keuzemogelijkheid van artikel 7, lid 3, Verordening (EU) nr. 575/2013.