78. betont im Lichte der vorangegangenen Feststellungen und der noch zu erzielenden Fort-schritte, um die Lage der Menschenrechte in der Europäischen Union zu verbessern, daß die Glaubwürdigkeit der Europäischen Union in diesem Bereich gegenüber der gesamten internationalen Gemeinschaft von der beispielhaften Achtung der Menschenrechte und der Rechtstaatlichkeit innerhalb der Union und ihrer Organe abhängt;
78. benadrukt, bij al die vaststellingen en de vorderingen die nog verwezenlijkt moeten worden om de toestand van de rechten van de mens in de Europese Unie te verbeteren, dat niets minder dan de geloofwaardigheid van de Europese Unie in dit opzicht, tegenover de internationale gemeenschap in haar geheel, afhangt van een voorbeeldige eerbiediging van de rechten van de mens en de rechtsstaat binnen de Unie en in haar instellingen;