Die Entschädigungen für die Keulung beliefen sich am 15. Februar 2002 im Vereinigten Königreich auf über eine Milliarde Euro; sie bestanden entweder in einer Gesamtentschädigung für die jeweils vernichteten Tiere in Höhe ihres Marktwerts oder in einer nach betroffener Tierart gestaffelter Pauschalentschädigung.
Op 15 februari 2002 was de schadevergoeding voor de vernietiging van veestapels in het Verenigd Koninkrijk opgelopen tot een bedrag van meer dan een miljard euro, waarvan een deel bestemd was voor de volledige compensatie, tegen marktwaarde, van bepaalde afgemaakte dieren en het andere deel voor een forfaitaire vergoeding die varieerde naar gelang van de betrokken diersoort.