Mit Klageschriften, die dem Ho
f mit am 4. Oktober 2000 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen zugesandt wurden und am 5. Oktober 2000 in der Kanzlei eingegangen sind, erhoben Klage auf völlige oder teilweise Nichtigerklärung der Artikel 2 Nr. 1 und Nr. 3, 3 § 1 Nr. 3, § 2, § 4 und § 5 Absatz 2, 4 Absatz 1, 7, 8, 16 und 21 d
es Gesetzes vom 16. März 2000 über das Ausscheiden bestimmter Militärpersonen und die Aufhebung der Verpflichtung oder Wiederverpflichtung bestimmter Militäranwärter, die Festlegung der Leistungsperiode und
die durch ...[+++]den Staat vorgenommene Rückforderung eines Teils der vom Staat getragenen Ausbildungskosten sowie eines Teils der während der Ausbildung bezogenen Gehälter (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 6. April 2000, zweite Ausgabe), wegen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung:Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezond
en bij op 4 oktober 2000 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 5 oktober 2000, zijn beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 1° en 3°, 3, § 1, 3°, § 2, § 4 en § 5, tweede lid, 4, eerste lid, 7, 8, 16 en 21 van de wet van 16 maart 2000 betreffende het ontslag van bepaalde militairen en de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming van bepaalde kandidaat-militairen, de vaststelling van de rendementsperiode en het terugvorderen door de Staat van een deel van de door de Staat gedragen kosten voor de vorming en van een g
...[+++]edeelte van de tijdens de vorming genoten wedden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2000, tweede uitgave), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door :