Traduction de «monensin-natrium » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

E714 | Monensin-Natrium
E714 | monensin-natrium

Monensin Natrium
monensin-natrium

Jod und anorganische Jodverbindungen einschließlich Natrium- und Kalium- Jodide, Natrium- und Kalium- Jodate, - Jodophore einschließlich Polyvinylpyrrolidon-Jod
jood en joodverbindingen met inbegrip van: natrium- en kaliumjodide, natrium- en kaliumjodaat, jodoforen met inbegrip van polyvinylpyrrolidonejood

Natriurie | verstärkte Ausscheidung von Natrium im Urin
natriurese | uitscheiding van zouten met de urine

Natrium- und Kaliumpolyphosphate
natrium-kaliumpolyfosfaten

Natrium
natrium

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die Verwendung in Futtermitteln, welche die folgenden zugelassenen Kokzidiostatika enthalten, ist erlaubt: Monensin-Natrium, Narasin/Nicarbazin, Salinomycin-Natrium, Lasalocid-A-Natrium, Diclazuril, Narasin, Maduramicin-Ammonium, Robenidin-Hydrochlorid oder Decoquinat.
Het gebruik is toegestaan in diervoeding die de volgende toegelaten coccidiostatica bevat: monensin-natrium, narasin/nicarbazine, salinomycine-natrium, lasalocide A natrium, diclazuril, narasin, maduramicineammonium, robenidinehydrochloride of decochinaat.

Technische Zubereitung Monensin-Natrium entspricht einer Monensin-Aktivität von 25 %
Monensin-natrium, technische stof overeenkomend met monensinactiviteit: 25 %

Ferner schloss sie, dass Monensin-Natrium (Coxidin) keine anderweitigen Risiken aufweist, welche gemäß Artikel 5 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1831/2003 eine Zulassung ausschließen würden.
De EFSA kwam ook tot de conclusie dat aan monensin-natrium (Coxidin) geen andere risico's verbonden zijn die op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 de verlening van een vergunning in de weg zouden staan.

Höchstgehalt von Monensin-Natrium in Ergänzungsfuttermitteln:
Toegestane maximumdosis monensin-natrium in aanvullende diervoeders:

Die Europäische Behörde für Lebensmittelsicherheit („die Behörde“) kam in ihrem Gutachten vom 20. Oktober 2005 zu dem Schluss, dass Monensin-Natrium (Coxidin) sich nicht schädlich auf die Gesundheit von Tier und Mensch oder auf die Umwelt auswirkt (2).
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 20 oktober 2005 geconcludeerd dat monensin-natrium (Coxidin) geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu (2).

Der Antrag betrifft die Zulassung der zur Zusatzstoffkategorie „Kokzidiostatika und Histomonostatika“ zählenden Zubereitung Monensin-Natrium (Coxidin) als Futtermittelzusatzstoff für Masthühner und Truthühner.
De aanvraag betreft de toelating van de stof monensin-natrium (Coxidin) als toevoegingsmiddel in diervoeding voor mestkippen en kalkoenen in de categorie „coccidiostatica en histomonostatica”.

Abweichend von Artikel 5 und Artikel 11 wird das Inverkehrbringen und die Verwendung als antibiotische Wachstumsförderer für folgende in Anhang B, Abschnitt A der Kapitel I und II, der Richtlinie 70/524/EWG genannten Stoffe ab dem 1. Januar 2004 verboten: Monensin-Natrium, Salinomycin-Natrium, Flavophospholipol und Avilamycin; ab dem genannten Datum werden diese Stoffe aus dem Register gestrichen.
In afwijking van de artikelen 5 en 11 is het in de handel brengen en het gebruik als antimicrobiële groeibevorderaar van de in bijlage B, hoofdstuk I, onder A, en hoofdstuk II, onder A, van Richtlijn 70/524/EEG opgenomen stoffen monensin-natrium, salinomycine-natrium, flavofosfolipol en avilamycine met ingang van 1 januari 2004 verboden en worden deze stoffen op die datum uit het repertorium geschrapt.

Abweichend von Artikel 5 und Artikel 11 wird das Inverkehrbringen und die Verwendung als antibiotische Wachstumsförderer für folgende in Anhang B, Abschnitt A der Kapitel I und II, der Richtlinie 70/524/EWG genannten Stoffe ab dem 1. Januar 2006 verboten: Monensin-Natrium, Salinomycin-Natrium, Flavophospholipol und Avilamycin; ab dem genannten Datum werden diese Stoffe aus dem Register gestrichen.
In afwijking van de artikelen 5 en 11 is het in de handel brengen en het gebruik als antimicrobiële groeibevorderaar van de in bijlage B, hoofdstuk I, onder A, en hoofdstuk II, onder A, van Richtlijn 70/524/EEG opgenomen stoffen monensin-natrium, salinomycine-natrium, flavofosfolipol en avilamycine met ingang van 1 januari 2006 verboden en worden deze stoffen op die datum uit het repertorium geschrapt.