Darin wird bemängelt, dass die Artikel 6, 7, 8, 10 und 14 des angefochtenen Dekrets, insofern sie den Mi
etbewerbern und den Mietern die Bedingung auferlegten, ihre Bereitschaft, Niederländisch zu lernen, nachzuweisen, um Zugang zu einer Sozialwohnung zu erhalten und sie zu behalten, und Artikel 16 desselben Dekrets, insofern er es ermögliche, dass die Flämische Regierung stimulierende Massnahmen in Bezug auf Mi
eter, für die diese Bedingung nicht gelte, ergreife, eine Diskriminierung zwischen Bürgern der Europäischen Union und belgisch
...[+++]en Bürgern in der Ausübung des Rechts auf Freizügigkeit der Arbeitnehmer, das durch die vorerwähnten Bestimmungen garantiert werde, einführten.Zij verwijt de artikelen 6, 7, 8, 10 en 14 van het bestreden decreet, in zoverre zij de kandidaat-huurder en huurder de voorwaarde opleggen met betrekking tot het aantonen van zijn bereidheid om Nederlands te leren, om toegang te verkrijgen tot een sociale woning en om die te behouden, en artikel 16 van hetzelfde decreet, in zoverre het toestaat dat de Vlaamse Regering stimulerende maatregelen neemt ten aanzien van de huurders aan wie die voorwaarde niet wordt opgelegd, aanleiding te geven tot discriminatie tussen burgers van de Europese Unie en Belgische burgers wat betreft het genot van het recht op het vrije verkeer van werknemers, dat is gewaarbor
gd bij de voormelde bepalingen ...[+++].
