3. Die Kriterien und methodischen Standards für die Bestimmung eines guten Umweltzustands, die eine Änderung nicht wesentlicher Elemente dieser Richtlinie durch Ergänzung bewirken, werden spätestens am . nach dem in Artikel 23 Absatz 3 genannten Regelungsverfahren mit Kontrolle auf der Grundlage der Anhänge I und III erlassen, so dass Einheitlichkeit gewährleistet wird und verglichen werden kann, inwieweit bei den verschiedenen Meeresregionen bzw. -unterregionen ein guter Umweltzustand erreicht wird.
3. De criteria en de methodologische standaarden voor het bepalen van een goede milieutoestand, die opgesteld zijn om de niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen middels een aanvulling, worden uiterlijk op .* vastgesteld overeenkomstig de in artikel 23, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing, op basis van de bijlagen I en III, omwille van de consistentie en om te kunnen vergelijken in welke mate in mariene regio's en subregio's de goede milieutoestand wordt bereikt.