(20) Die durch diese Richtlinie eingeführten besonderen Stabilitätsanforderungen sollten auf der Berechnung des Wasserstands auf dem Ro-Ro-Deck nach einem Kollisionsschaden beruhen, nach der Methode, die in den Anhängen zum Stockholmer Abkommen beschrieben ist. Sie beruht auf zwei Parametern: dem Restfreibord des Schiffes und der kennzeichnenden Wellenhöhe in dem Seegebiet, wo das Schiff eingesetzt wird.
(20) De bij deze richtlijn ingevoerde specifieke stabiliteitsvereisten moeten worden gebaseerd op de in de bijlagen bij het Verdrag van Stockholm vastgelegde methode die de hoogte van het water op het ro-ro dek na beschadiging door aanvaring berekent aan de hand van twee basisparameters: het restvrijboord en de significante golfhoogte in het vaargebied van het schip