Sonst besteht die Gefahr, „dass, so unsinnig das auch sein mag, anerkannt werden muss, dass jede städtebauliche Tätigkeit unter die Richtlinie fällt: Denn die Maßnahmen, mit denen die Bebauungsmöglichkeit geregelt wird, ändern definitionsgemäß – und auch substanziell – den Wert der Grundstücke, auf die sie sich beziehen“ (Zitat des Generalanwalts Paolo Mengozzi in seinem Schlussantrag an den EuGH vom 17.11.2009).
Anders bestaat het gevaar "dat ook de – weliswaar absurde – hypothese moet worden aanvaard dat elke stedenbouwkundige activiteit onder de richtlijn valt: de maatregelen waarmee de bebouwingsmogelijkheid wordt geregeld, wijzigen immers per definitie en zelfs substantieel de waarde van de grond waarop zij betrekking hebben" (citaat van advocaat-generaal Paolo Mengozzi in zijn conclusie van 17 november 2009).