Vertaling van "mehreren bewerberländern unter schwerwiegender diskriminierung " (Duits → Nederlands) :

AJ. in der Erwägung, dass ein bedeutender Teil der europäischen Roma am Rande der Gesellschaft steht, unter beklagenswerten wirtschaftlichen und sozialen Bedingungen lebt und häufig schwerwiegender Diskriminierung und Segregation in allen Lebensbereichen ausgesetzt ist, wie auch andere ausgegrenzte Bevölkerungsgruppen;
AJ. overwegende dat een aanzienlijk deel van de Europese Roma gemarginaliseerd is en in betreurenswaardige sociaaleconomische omstandigheden leeft en veelal is blootgesteld aan ernstige discriminatie en uitsluiting op alle mogelijke terreinen, evenals andere gemarginaliseerde gemeenschappen;

15. verweist auf die besonders schwerwiegende Diskriminierung afghanischer Frauen unter dem Regime der Taliban; verurteilt deshalb jegliche rechtliche, kulturelle oder religiöse Praxis, die eine Diskriminierung von Frauen bewirkt, sie vom öffentlichen und politischen Leben ausschließt und sie in ihrem Alltag abschottet; fordert die Kommission nachdrücklich auf, derartige Praktiken bei all ihren Entwicklungsmaßnahmen im Land zu bekämpfen;
15. herinnert aan de bijzonder zware discriminatie van vrouwen in Afghanistan tijdens het Taliban-regime en erna; veroordeelt iedere juridische, culturele of religieuze vorm van discriminatie jegens vrouwen, die hen uitsluit van het openbare en politieke leven en zorgt voor segregatie in het dagelijks leven; dringt er bij de Commissie op aan om deze praktijken bij al haar ontwikkelingsprojecten in het land te bestrijden;

15. verweist auf die besonders schwerwiegende Diskriminierung afghanischer Frauen unter dem Regime der Taliban; verurteilt deshalb jegliche rechtliche, kulturelle oder religiöse Praxis, die eine Diskriminierung von Frauen bewirkt, sie vom öffentlichen und politischen Leben ausschließt und sie in ihrem Alltag abschottet; fordert die Kommission nachdrücklich auf, derartige Praktiken bei all ihren Entwicklungsmaßnahmen im Land zu bekämpfen;
15. herinnert aan de bijzonder zware discriminatie van vrouwen in Afghanistan tijdens het Taliban-regime; veroordeelt derhalve iedere juridische, culturele of religieuze vorm van discriminatie jegens vrouwen, die hen uitsluit van het openbare en politieke leven en zorgt voor segregatie in het dagelijks leven; dringt er bij de Commissie op aan om deze praktijken bij al haar ontwikkelingsprojecten in het land te bestrijden;

I. bestürzt darüber, daß die Minderheiten der Roma/Zigeuner in mehreren Bewerberländern unter schwerwiegender Diskriminierung, Verfolgung und Gewalt zu leiden haben, und zwar nicht nur durch die Öffentlichkeit, sondern auch von seiten der Polizei, der Justiz und anderer staatlicher Behörden sowie von seiten der Medien und einiger Politiker; jedoch voller Genugtuung über die Bemühungen, die einige Länder wie beispielsweise Slowenien unternehmen, um die Lage der Roma zu verbessern, und mit der nachdrücklichen Forderung nach Fortführung und Aufstockung der Finanzierung von Projekten zu ihrer Unterstützung im Rahmen von EU-Programmen,
I. ernstig ontzet over het feit dat de Roma/zigeuner-minderheden in enkele kandidaatlanden het slachtoffer zijn van ernstige discriminatie, pesterij en geweldpleging, niet alleen door de bevolking, maar eveneens door politie, justitie en andere overheidsautoriteiten, de media en sommige politici; juicht echter de maatregelen toe die sommige landen zoals Slovenië hebben genomen om de situatie van de Roma te verbeteren en dringt erop aan dat projecten om hen te steunen door middel van EU-programma's gehandhaafd blijven en meer kredieten ter beschikking krijgen,

Schliesslich ist erforderlich, dass der Informant « enge Beziehungen zu einer oder mehreren Personen unterhält, für die schwerwiegende Indizien darauf vorliegen, dass sie strafbare Handlungen begehen oder begehen würden, die eine Straftat im Sinne der Artikel 137 bis 141, im Sinne der Artikel 324bis und 324ter oder im Sinne der Artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 136septies des Strafgesetzbuches oder im Sinne von Artikel 90ter § 2 Nrn. 4, 7, 7bis, 7ter, 8, 11, 14, 16 und 17 darstellen oder darstellen würden, unter der Bedingung, dass diese letztgenannten Straftaten im Sinne von Artikel 90ter § 2 im Rahmen einer kriminellen Organisation im Sinne von Artikel 324bis des Strafgesetzbuches begangen werden oder begangen würden » (Artikel 47decies § 7 Absatz 1 des Strafprozessgesetzbuches).
Tot slot is vereist dat de informant « nauwe banden heeft met één of meerdere personen, waarvan er ernstige aanwijzingen zijn dat ze strafbare feiten plegen of zouden plegen die een misdrijf uitmaken of zouden uitmaken zoals bedoeld in de artikelen 137 tot 141, zoals bedoeld in de artikelen 324bis en 324ter of zoals bedoeld in artikelen 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 136septies van het Strafwetboek of zoals bedoeld in artikel 90ter, § 2, 4°, 7°, 7°bis, 7°ter, 8°, 11°, 14°, 16° en 17°, op voorwaarde dat deze laatste misdrijven bedoeld in artikel 90ter, § 2, gepleegd zijn of zouden gepleegd worden in het kader van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek » (artikel 47decies, § 7, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering).

Verstossen die Bestimmungen des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen (AZAG), und zwar unter anderen, aber nicht ausschliesslich, die Kapitel XVIII ('Bewachung und Verschluss'), XIX ('Zollkreis'), XX ('Durchsuchung und Erfassung'), XXI ('Sonderbestimmungen über Durchsuchung und Erfassung bezüglich der Akzisen'), XXII ('Kontrollmassnahmen'), XXIII ('Verwaltungsklagerecht'), XXIV ('Geldbussen und Strafen im allgemeinen'), XXV ('Protokolle, Strafmandate, Beschlagnahmen und Verfolgungen'), XXVII ('Sofortige Vollstreckung, Vorrecht und Hypothek') und XXVIII ('Pflichten und Rechte der Beamten und deren Schutz') des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, weil die Strafverfolgung und das Strafverfahren in bezug auf Zoll und Akzisen sich in mehreren wesentlichen Punkten von der Strafverfolgung und dem Strafverfahren im allgemeinen unterscheiden und davon abweichen und somit zwei Kategorien von verfolgten Personen zustande bringen - einerseits jene, die beschuldigt werden wegen Zoll- und Akzisenvergehen, und andererseits jene, die beschuldigt werden wegen Vergehen gegen das gemeine Recht -, so dass eine verfassungsmässig unstatthafte Diskriminierung zuungunsten jener entsteht, die wegen Zoll- und Akzisenvergehen beschuldigt werden?
Is het zo dat de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen (A.W.D.A.), zijnde onder meer doch niet uitsluitend de hoofdstukken XVIII ('Bewaking en verzegeling'), XIX ('Tolkring'), XX ('Visitatie en peiling'), XXI ('Bijzondere bepalingen betreffende visitatie en peiling inzake de accijnzen'), XXII ('Controlemaatregelen'), XXIII ('Recht van administratief beroep'), XXIV ('Boeten en straffen in het algemeen'), XXV ('Processen-verbaal, bekeuringen, aanhalingen en vervolgingen'), XXVII ('Dadelijke uitwinning, voorrecht en hypotheek') en XXVIII ('Plichten en rechten der ambtenaren en hun bescherming') van de Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, omdat de strafvordering en de strafrechtspleging inzake douane en accijnzen op een aantal cruciale punten verschilt en afwijkt van de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen en aldus twee categorieën van vervolgde personen tot stand brengt (met name enerzijds degenen die worden verdacht van misdrijven inzake douane en accijnzen en anderzijds degenen die verdacht worden van misdrijven van gemeen recht), waardoor een grondwettelijk niet-toelaatbare discriminatie ten nadele van degenen die worden verdacht van misdrijven inzake douane en accijnzen tot stand wordt gebracht ?

Verstossen die Bestimmungen des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen (AZAG), und zwar unter anderen, aber nicht ausschliesslich, die Kapitel XVIII (' Bewachung und Verschluss '), XIX (' Zollkreis '), XX (' Durchsuchung und Erfassung '), XXI (' Sonderbestimmungen über Durchsuchung und Erfassung bezüglich der Akzisen '), XXII (' Kontrollmassnahmen '), XXIII (' Verwaltungsklagerecht '), XXIV (' Geldbussen und Strafen im allgemeinen '), XXV (' Protokolle, Strafmandate, Beschlagnahmen und Verfolgungen '), XXVII (' Sofortige Vollstreckung, Vorrecht und Hypothek ') und XXVIII (' Pflichten und Rechte der Beamten und deren Schutz ') des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, weil die Strafverfolgung und das Strafverfahren in bezug auf Zoll und Akzisen sich in mehreren wesentlichen Punkten von der Strafverfolgung und dem Strafverfahren im allgemeinen unterscheiden und davon abweichen und somit zwei Kategorien von verfolgten Personen zustande bringen - einerseits jene, die beschuldigt werden wegen Zoll- und Akzisenvergehen, und andererseits jene, die beschuldigt werden wegen Vergehen gegen das gemeine Recht -, so dass eine verfassungsmässig unstatthafte Diskriminierung zuungunsten jener entsteht, die wegen Zoll- und Akzisenvergehen beschuldigt werden?
Is het zo dat de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen (A.W.D.A.), zijnde onder meer doch niet uitsluitend de hoofdstukken XVIII (` Bewaking en verzegeling '), XIX (` Tolkring '), XX (` Visitatie en peiling '), XXI (` Bijzondere bepalingen betreffende visitatie en peiling inzake de accijnzen '), XXII (` Controlemaatregelen '), XXIII (` Recht van administratief beroep '), XXIV (` Boeten en straffen in het algemeen '), XXV (` Processen-verbaal, bekeuringen, aanhalingen en vervolgingen '), XXVII (` Dadelijke uitwinning, voorrecht en hypotheek ') en XXVIII (` Plichten en rechten der ambtenaren en hun bescherming ') van de Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, omdat de strafvordering en de strafrechtspleging inzake douane en accijnzen op een aantal cruciale punten verschilt en afwijkt van de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen en aldus twee categorieën van vervolgde personen tot stand brengt (met name enerzijds degenen die worden verdacht van misdrijven inzake douane en accijnzen en anderzijds degenen die verdacht worden van misdrijven van gemeen recht), waardoor een grondwettelijk niet-toelaatbare discriminatie ten nadele van degenen die worden verdacht van misdrijven inzake douane en accijnzen tot stand wordt gebracht ?