100 ml des filtrierten Weines (oder des nicht filtrierten Weines, sofern man auch die in einem eventuellen Niederschlag enthaltene Blausäure mitbestimmen will) werden in dem oben beschriebenen Destillierkolben mit 5 mg Kupfer(II)chlorid (3.2.3) und 10 ml verdünnter Schwefelsäure (3.2.1) versetzt.
Breng in de rondbodemkolf 100 ml gefiltreerde wijn (of niet gefiltreerde wijn, als ook het gehalte aan cyaanwaterstofzuur in de eventuele neerslag moet worden bepaald), voeg ongeveer 5 mg koper(II)chloride (3.2.2) en 10 ml verdund zwavelzuur (3.2.1) toe.