Vertaling van "ländlichen gebiete nicht " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

nicht kooperative Länder und Gebiete | nicht kooperierende Staaten und Gebiete
niet-coöperatieve landen en gebieden | niet-coöperatieve rechtsgebieden | NCCT [Abbr.]

Entwicklung und Strukturanpassung der ländlichen Gebiete
ontwikkeling en structurele aanpassing van plattelandsgebieden

Kriterien zur Auswahl der ländlichen Gebiete
criteria voor de selectie van plattelandsgebieden

nicht kooperative Länder und Gebiete
niet-meewerkende landen en gebieden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die im NAP (Eingliederung) vorgenommene Schwerpunktsetzung darauf, einen ,Gender Mainstreaming"-Ansatz sicherzustellen und den Zugang von Menschen mit Behinderungen zu allen Bereichen des wirtschaftlichen und sozialen Lebens zu verbessern, muss über den gesamten Zeitraum des Aktionsplans tatkräftig verfolgt werden. Nicht zuletzt erfordern die Strukturanpassungsmaßnahmen, mit denen sich die landwirtschaftlich geprägten ländlichen Gebiete allen Erwartungen zufolge auseinander setzen müssen, die durchgängige Anwendung eines ganzheitlichen politischen Ansatzes bei der Entwicklung des ländlichen Raums.
Daarnaast moet er in de actieplanperiode alles aan worden gedaan om te zorgen dat de in het NAP benadrukte gendermainstreamingaanpak tot stand komt en dat de diverse categorieën gehandicapten beter toegang krijgen tot alle terreinen van het economisch en maatschappelijk leven. Tot slot vereist de structurele aanpassing die agrarisch gerichte plattelandsgebieden vermoedelijk te wachten staat, dat er sprake blijft van een holistische beleidsaanpak ten aanzien van plattelandsontwikkeling.

Dass in der Fassung, die von dem am 1. März 1998 in Kraft getretenen Dekret vom 27. November 1997 abgeleitet wird, in Artikel 46 Absatz 2 Ziffer 4° des CWATUPE (in diesem Artikel werden die Grundsätze der Raumordnung definiert, denen die Revision der Sektorenpläne unterliegt) erklärt wird, dass "die Eintragung eines neuen zur Verstädterung bestimmten Gebiets mit der Erhaltung eines bestehenden Umkreises für die gesetzliche Flurbereinigung von ländlichen Gütern nicht vereinbar ist";
Dat in de oorspronkelijke versie ervan, die voortvloeit uit het decreet van 27 november 1997 en op 1 maart 1998 in werking getreden is, artikel 46, tweede lid, 4°, van het « CWATUPE », waarin de inrichtingsbeginselen vastliggen waaraan de gewestplanherzieningen onderworpen worden, bepaalt dat « de opneming van een nieuw bebouwingsgebied onverenigbaar is met het behoud van een oppervlakte voor wettelijke ruilverkaveling van landelijke goederen »;

26. stellt fest, dass das Potenzial der Regionen und ländlichen Gebiete nicht nur in den natürlichen Ressourcen begründet liegt, die es ihnen ermöglichen, eine soziale und wirtschaftliche Funktion zu erfüllen, sondern dass diesen Gebieten vor allem als Ort der Erzeugung von Lebensmitteln zur Gewährleistung der Ernährungssicherheit große Bedeutung zukommt und dass sie wichtige Rohstoffe für die Industrie sowie die nachhaltige Erzeugung von Energie aus erneuerbaren Quellen bereitstellen; weist darauf hin, dass in diesen Gebieten zudem ökologische, landschaftliche, fremdenverkehrsbezogene und immaterielle Werte wie Tradition und Kultur – auch im Bereich der traditionellen Küche, wie etwa regionale Produkte – geschaffen werden; fordert eine ausgewogene territoriale Entwicklung der ländlichen Gebiete in sämtlichen Regionen der Europäischen Union im Sinne einer Stärkung der Rolle ihrer Bewohner und im Sinne eines Beitrags zur Verbesserung der örtlichen Bedingungen und der Verbindungen zwischen ländlichen und städtischen Gebieten; weist darauf hin, dass die Landwirtschaft den Grundstock der ländlichen Wirtschaft bildet und dass die Landwirte für die Dynamik dieser ländlichen Wirtschaft sowie für die Raumplanung in ländlichen Gebieten eine überragende Rolle spielen; ist der Auffassung, dass die Förderung regionaler Gütesiegel mithilfe der GAP sowohl für die EU als auch für Drittstaaten auf lokaler und regionaler Ebene wirtschaftliche Vorteile mit sich bringen könnte;
26. meent dat het potentieel van regio's en plattelandsgebieden niet alleen besloten ligt in de natuurlijke hulpbronnen die het hun mogelijk maken een sociale en economische functie te vervullen, maar dat deze gebieden bovenal van betekenis zijn als de plaats waar voedsel wordt geproduceerd met het oog op waarborging van de voedselveiligheid, dat zij belangrijke grondstoffen leveren voor de industrie en voor het op duurzame wijze opwekken van hernieuwbare energie, en dat in deze gebieden tevens ecologische, landschappelijke, toeristische en immateriële waarden tot stand komen, onder andere traditie en cultuur, waar ook culinair erfgoed zoals regionale producten toe behoort; roept op tot een evenwichtige territoriale ontwikkeling van plattelandsgebieden in alle regio's van de Europese Unie, waarin een grotere rol is weggelegd voor de lokale bevolking, en die bijdraagt aan de verbetering van de lokale omstandigheden en de aansluiting tussen plattelands- en stedelijke gebieden; wijst erop dat de landbouw de hoeksteen van de plattelandseconomie vormt en dat landbouwers van cruciaal belang zijn voor de vitaliteit van deze economie en voor de ruimtelijke ordening van het platteland; is van mening dat het bevorderen van regionale etikettering door middel van het GLB, zowel in de EU als in derde landen, economische voordelen op lokaal en regionaal niveau met zich meebrengt;

andere für die Zwecke des Naturschutzes abgegrenzte Gebiete mit umweltspezifischen Einschränkungen für die land- oder forstwirtschaftliche Tätigkeit, die zur Umsetzung von Artikel 10 der Richtlinie 92/43/EWG beitragen, sofern diese Gebiete bei jedem Programm zur Entwicklung des ländlichen Raums nicht über 5 % der in den territorialen Anwendungsbereich des Programms fallenden Natura-2000-Gebiete liegen.
andere afgebakende natuurbeschermingsgebieden met specifieke beperkingen op milieugebied voor landbouw of bossen, die bijdragen tot de uitvoering van artikel 10 van Richtlijn 92/43/EEG, op voorwaarde dat per plattelandsontwikkelingsprogramma, die gebieden niet groter zijn dan 5 % van de oppervlakte van de aangewezen Natura 2000-gebieden die onder de territoriale reikwijdte van het betrokken programma vallen.

b)andere für die Zwecke des Naturschutzes abgegrenzte Gebiete mit umweltspezifischen Einschränkungen für die land- oder forstwirtschaftliche Tätigkeit, die zur Umsetzung von Artikel 10 der Richtlinie 92/43/EWG beitragen, sofern diese Gebiete bei jedem Programm zur Entwicklung des ländlichen Raums nicht über 5 % der in den territorialen Anwendungsbereich des Programms fallenden Natura-2000-Gebiete liegen.
b)andere afgebakende natuurbeschermingsgebieden met specifieke beperkingen op milieugebied voor landbouw of bossen, die bijdragen tot de uitvoering van artikel 10 van Richtlijn 92/43/EEG, op voorwaarde dat per plattelandsontwikkelingsprogramma, die gebieden niet groter zijn dan 5 % van de oppervlakte van de aangewezen Natura 2000-gebieden die onder de territoriale reikwijdte van het betrokken programma vallen.

8. ist der Auffassung, dass das Grünbuch den in der Territorialen Agenda und der Leipzig Charta eingegangenen Verpflichtungen, die dem territorialen Zusammenhalt eine strategische und operative Perspektive geben, namentlich hinsichtlich des Prinzips des Polyzentrismus oder der neuen Partnerschaft der städtischen und der ländlichen Gebiete, nicht gebührend Rechnung trägt; ist der Auffassung, dass diese Ziele im Zentrum der Debatte über den territorialen Zusammenhalt stehen müssen;
8. is van mening dat de in de Territoriale Agenda en het Handvest van Leipzig, met hun strategische en operationele visie op territoriale cohesie, gedane toezeggingen als het principe van polycentrisme en het nieuwe partnerschap tussen stad en platteland in het groenboek niet tot hun recht komen; meent dat deze doelstellingen centraal moeten staan in het debat over de territoriale cohesie;

8. ist der Auffassung, dass das Grünbuch den in der Territorialen Agenda und der Charta von Leipzig eingegangenen Verpflichtungen, die dem territorialen Zusammenhalt eine strategische und operative Perspektive geben, namentlich hinsichtlich des Prinzips des Polyzentrismus oder der neuen Partnerschaft der städtischen und der ländlichen Gebiete, nicht gebührend Rechnung trägt; ist der Auffassung, dass diese Ziele im Zentrum der Debatte über den territorialen Zusammenhalt stehen müssen;
8. is van mening dat in de Territoriale Agenda en het Handvest van Leipzig, met hun strategische en operationele visie op territoriale cohesie, gedane toezeggingen als het principe van polycentrisme en het nieuwe partnerschap tussen stad en platteland in het Groenboek niet tot hun recht komen; meent dat deze doelstellingen centraal moeten staan in het debat over de territoriale cohesie;

Ich glaube auch, dass das historische und das kulturelle Erbe Europas, insbesondere auch der ländlichen Gebiete, nicht ausschließlich unter ökonomischen Aspekten gesehen werden dürfen und auch nicht bloß als Mittel des Tourismus dienen sollen.
Daarnaast vind ik dat het historisch en cultureel erfgoed in Europa, met name ook op het platteland, niet uitsluitend vanuit een economische invalshoek mag worden beschouwd en ook niet louter mag dienen als toeristische trekpleister.

In den Schlussfolgerungen der Konferenz von Salzburg über die ländliche Entwicklung (2003) wurde eindeutig und zutreffend festgestellt, dass die Entwicklung der ländlichen Gebiete nicht mehr allein auf die Landwirtschaft aufbauen kann und dass die Diversifizierung sowohl innerhalb der Landwirtschaft als auch darüber hinaus unerlässlich ist, um lebensfähige und nachhaltige ländliche Gemeinschaften zu fördern.
In de conclusies van de conferentie van Salzburg over plattelandsontwikkeling (2003) wordt duidelijk en correct gesteld dat de ontwikkeling van plattelandsgebieden niet langer op de landbouw alleen kan worden gebaseerd, en dat diversifiëring zowel binnen als buiten de landbouwsector absoluut nodig is om levensvatbare en duurzame plattelandsgemeenten te bevorderen.