32. weist darauf hin, dass das Europäische Parlament im Haushaltsverfahren den Standpunkt vertritt, dass Bedienstete, die von Gebühren der Privatwirtschaft bezahlt und demnach nicht aus dem Unionshaushalt finanziert werden, nicht
von den jährlichen Kürzungen um 1 % betroffen sein sollten, die die Union vornimmt; ist der Ansicht, dass die Kommission die in erster Linie aus dem Unionshaushalt finanzierten Agenturen gesondert b
etrachten und einen eigenen Rahmen für die hauptsächlich von der Privatwirtschaft finanzierten Agenturen vorsch
...[+++]lagen sollte, der im Verhältnis zu den von den betreffenden Agenturen erbrachten Dienstleistungen stehen sollte; 32. herinnert aan het standpunt van het Parlement over de begrotingsprocedure, namelijk dat personeel dat betaald wordt uit bijdragen van het bedrijfsleven en dus niet uit de EU-begroting buiten de door de EU toegepaste jaarlijkse bezuiniging van 1 % moet blijven; is in dit verband van oordeel dat de Commissie een onderscheid dient te maken ten aanzien van de agentschappen die voornamelijk uit de begroting van de Unie worden gefinancierd, en dat zij een andere regeling moet voorstellen voor de agentschappen die voornamelijk worden gefinancierd uit bijdragen van het bedrijfsleven, welke evenredig moeten zijn aan de kosten van de door het a
gentschap verleende diensten; ...[+++]