Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "können je nach fall in zwei oder drei landessprachen erstellt " (Duits → Nederlands) :

Anträge und andere Verfahrensunterlagen, die von Abgeordneten oder Senatoren gegengezeichnet wurden, die nicht ausschliesslich einer der französischen Sprachgruppen oder einer der niederländischen Sprachgruppen der Kammer und des Senats angehören, können je nach Fall in zwei oder drei Landessprachen erstellt werden.

De aanvragen en andere procedurestukken die medeondertekend worden door volksvertegenwoordigers of senatoren die niet uitsluitend tot één van de Nederlandse taalgroepen of tot één van de Franse taalgroepen van de Kamer en van de Senaat behoren, mogen opgesteld worden in de twee of de drie landstalen, naar gelang van het geval.


Im Bericht an den König vor dem Erlass heißt es in diesem Zusammenhang: « Personen, deren Tätigkeit darin besteht, anderen Reisen zu liefern, können je nach Fall hauptsächlich auf eine oder mehrere der drei folgenden Weisen handeln: - selbst, mit Hilfe eigener Mittel, die verschiedenen Güter und Dienstleistungen, aus denen die Reise besteht, erteilen; - die Reise verwi ...[+++]

Het verslag aan de Koning dat aan het besluit voorafgaat, vermeldt in dat verband : « De persoon wiens activiteit eruit bestaat om aan anderen reizen te leveren, kan, naargelang het geval, in hoofdzaak handelen volgens één of meerdere van de drie volgende wijzen : - zelf, met behulp van eigen middelen, de verscheidene goederen en diensten waaruit ...[+++]


Was die Magistrate der Arbeitsgerichte und der Handelsgerichte betrifft - deren Bereich sich auf denjenigen des Appellationshofes erstreckt -, und wie der Ministerrat bemerkt, ist in Artikel 4 des Anhangs zum Gerichtsgesetzbuch, eingefügt durch Artikel 108 des angefochtenen Gesetzes, in den Punkten 4.2, 4.7 beziehungsweise 4.11 präzisiert, dass die Arbeitsgerichte und Handelsgerichte von Antwerpen, von Gent und von Lüttich « ihre Gerichtsbarkeit in den Bezirken » ausüben, die je nach ...[+++]

Wat betreft de magistraten van de arbeidsrechtbanken en rechtbanken van koophandel - waarvan het rechtsgebied zich uitstrekt tot dat van het hof van beroep -, en zoals de Ministerraad erop wijst, preciseert artikel 4 van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 108 van de bestreden wet, respectievelijk in de punten 4.2, 4.7 en 4.11 ervan, dat de arbeidsrechtbanken en rechtbanken van koophandel van Antwerpen, van Gent en van Luik « [...] rechtsmacht hebben over de arrondissementen [...] », waarvan het aantal, ...[+++]


1.3.1. Damit Pflanzen und pflanzliche Erzeugnisse als ökologisch/biologisch gelten können, müssen auf den Anbauflächen während eines Umstellungszeitraums von mindestens zwei Jahren vor der Aussaat oder — im Falle von Grünland oder mehrjährigen Futterkulturen — von mindestens zwei Jahren vor der Verwendung als ökologisches/biologisches Futtermittel oder — im ...[+++]

1.3.1. Planten en plantaardige producten mogen pas als biologisch worden beschouwd wanneer de in deze verordening vastgestelde productievoorschriften op de percelen zijn toegepast gedurende een omschakelingsperiode van ten minste twee jaar vóór het inzaaien of, in het geval van grasland of blijvende voedergewassen, gedurende ten minste twee jaar vóór het gebruik ervan als diervoeders afkomstig van de biologische productie, of, in h ...[+++]


(1) Damit Pflanzen und pflanzliche Erzeugnisse als ökologisch/biologisch gelten können, müssen auf den Anbauflächen während eines Umstellungszeitraums von mindestens zwei Jahren vor der Aussaat oder — im Falle von Grünland oder mehrjährigen Futterkulturen — von mindestens zwei Jahren vor der Verwendung als ökologisch/biologisch erzeugtes Futtermittel oder — im ...[+++]

1. Planten en plantaardige producten worden pas als biologisch beschouwd wanneer de productievoorschriften van de artikelen 9 tot en met 12 van Verordening (EG) nr. 834/2007, van hoofdstuk 1 van de onderhavige verordening en, in voorkomend geval, de uitzonderlijke productievoorschriften van hoofdstuk 6 van de onderhavige verordening op de percelen zijn toegepast gedurende een omschakelingsperiode van ten minste twee jaar vóór het inzaa ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 63, 165 und 167 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, indem sie je nach der Auslegung, die ihnen verliehen wird, die Wirksamkeit der Beschwerde gegen die Entscheidung des Standesbeamten zur Weigerung, die Trauung vorzunehmen, von dem von den Ehewilligen gewählten Datum der Eheschließung und/oder vom Vorliegen einer Aufschie ...[+++]

« Schenden de artikelen 63, 165 en 167 van het Burgerlijk Wetboek, afzonderlijk genomen of met elkaar in samenhang gelezen, in zoverre zij, naar gelang van de eraan gegeven interpretatie, het daadwerkelijke karakter van het beroep tegen de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand om de voltrekking van het huwelijk te weigeren, doen afhangen van de door de huwelijkskandidaten gekozen huwelijksdatum en/of van het bestaan van een uitstel, van twee maanden, ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In zwei Urteilen vom 24. Februar 2016 in Sachen M.A. und K. N'G. gegen den Standesbeamten der Stadt Namur beziehungsweise L.V.D. und K.D. gegen den Standesbeamten der Gemeinde Sambreville, deren Ausfertigungen am 7. März 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentsc ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 24 februari 2016 in zake respectievelijk M.A. en K. N'G. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Namen en L.V.D. en K.D. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sambreville, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 maart 2016, heeft de Rechtbank van ...[+++]


« Verstösst Artikel 30bis §§ 3 und 4 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer in der nach seiner Abänderung durch den königlichen Erlass vom 26. Dezember 1998 (mit Wirkung vom 1. Januar 1999) und vor seiner Abänderung durch die Artikel 55 und 56 des Programmgesetzes vom 27. April 2007 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung miteinander, insofern er die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung zwischen zwei Gruppen von Auftraggebern und Bauherren, die ursprünglich den gleichen, durch Artikel 30bis §§ 3 und 4 des vorerwähnten Gesetzes ihnen auferlegten Verpflichtungen unterlagen, je nach der Wah ...[+++]

« Schendt artikel 30bis, §§ 3 en 4, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie ervan die van toepassing was na de wijziging ervan bij het koninklijk besluit van 26 december 1998 (met inwerkingtreding op 1 januari 1999) en vóór de wijziging ervan bij de artikelen 55 en 56 van de programmawet van 27 april 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zou verbreken tussen twee groepen van opdrachtgevers die oorspronkelijk onderworpen waren aan dezelfde verplichtingen die hun werden opgelegd bij artikel 30bis, §§ 3 en 4, van ...[+++]


« Verstösst Artikel 30bis § 1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer in der vor seiner Abänderung durch Artikel 1 des königlichen Erlasses vom 26. Dezember 1998 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung miteinander, insofern er die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung zwischen zwei Gruppen von Auftraggebern und Bauherren, die ursprünglich den gleichen, durch Artikel 30bis § 1 des vorerwähnten Gesetzes ihnen auferlegten Verpflichtungen unterlagen, je nach der Wahl der von ihnen eingesetzten Dienstleister, die mit der Durchführung der Arbeiten im Sinne des königlichen Erlasses vom 5. Oktober ...[+++]

« Schendt artikel 30bis, § 1, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie ervan die van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 december 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zou verbreken tussen twee groepen van opdrachtgevers die oorspronkelijk onderworpen waren aan dezelfde verplichtingen die hun werden opgelegd bij artikel 30bis, § 1, van de voormelde wet naar gelang van de keuze van de door hen aangestelde dienstverrichters die de werken dienden uit te voeren bedo ...[+++]


« Verstösst Artikel 28 Absatz 2 des Gesetzes vom 27. Februar 1987 über die Behindertenbeihilfen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung und schafft er nicht einen nicht objektiv gerechtfertigten Behandlungsunterschied, indem er das Gesetz vom 27. Juni 1969 über die Gewährung von Behindertenbeihilfen anwendbar lässt, einschliesslich der Bestimmungen bezüglich der Verjährung der Rückforderung eines nicht geschuldeten Betrags zu Lasten eines Empfängers der ordentlichen oder besonderen Beihilfe nach der alten Regelung, während die Empfänger einer durch das vorgenannte Gesetz vom 27. Februar 1987 eingeführten Beihilfe kraft Artikel 16 § 1 dieses Gesetzes einer Aufforderung zur Rückzahlung des nicht geschuldeten Betrags je ...[+++]

« Schendt artikel 28, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet en roept het geen verschil in behandeling in het leven dat niet objectief verantwoord is, doordat het de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen van toepassing laat, met inbegrip van de bepalingen betreffende de verjaring van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag ten laste van een gerechtigde op gewone of bijzondere tegemoetkoming volgens het oude stelsel, terwijl de gerechtigden op een tegemoetkoming ingesteld bij de voormelde wet van 27 februari 1987 aan een vordering tot terugbetaling van het onverschuldigd ...[+++]


w