Vertaling van "kohäsionspolitik müssen partner " (Duits → Nederlands) :

3.5. Programme der Kohäsionspolitik müssen Partner auf allen Ebenen besser integrieren
3.5. Partners moeten op alle niveaus beter bij de programma's in het kader van het cohesiebeleid worden betrokken.

112. hofft, dass für die einzelnen Sektoren rasch konkrete und messbare Ziele festgelegt werden, um Anreize für private Investoren und ein Klima des Vertrauens und der Zusammenarbeit zwischen ihnen zu schaffen und gleichzeitig eine bessere Nutzung der europäischen Fonds zu fördern; weist nachdrücklich darauf hin, dass erneuerbare Energie, Innovation und die Entwicklung und der Einsatz bahnbrechender Technologien einen Beitrag zur Eindämmung des Klimawandels leisten können und gleichzeitig auch dazu beitragen können, die Partner der EU in der Welt davon zu überzeugen, dass die Emissionen auch verringert werden können, ohne dass die Wettbewerbsfähigkeit leidet oder die Entstehung neuer Arbeitsplätze gefährdet wird; ist der Auffassung, dass es von entscheidender Bedeutung ist, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten bei der Schaffung eines Systems für Investitionen in neue, energieeffiziente und CO2 -arme Technologien mit gutem Beispiel vorangehen; fordert im Interesse der Verwirklichung der Ziele des Fahrplans, dass bestehende Finanzierungsprogramme ausgebaut werden, dass umgehend Gespräche zu den Finanzierungsinstrumenten aufgenommen werden, die noch bereitgestellt werden müssen, und dass bessere Synergieeffekte zwischen nationalen und europäischen Finanzierungsprogrammen ermöglicht werden; vertritt die Auffassung, dass Finanzierungsprogramme mit mehreren Mittelquellen ein wirksames Instrument sein können; hebt mit Nachdruck die entscheidende Bedeutung hervor, die der Finanzausstattung im Rahmen der Politik für die regionale Entwicklung und der Kohäsionspolitik als Hauptinstrument für die Kofinanzierung regionaler Maßnahmen für den Übergang zu einer CO2 -armen Wirtschaft zukommt; ist der Ansicht, dass ein wesentlicher Teil der Finanzmittel für den Programmplanungszeitraum 2014-2020 für die Umsetzung der Ziele des Fahrplans für 2050 vorgesehen werden sollte;
112. spreekt de wens uit dat er snel concrete en meetbare doelstellingen per sector worden vastgesteld om particuliere investeerders aan te moedigen, vertrouwen in te boezemen en tot samenwerking te bewegen, en een beter gebruik van de Europese fondsen te bevorderen; benadrukt dat hernieuwbare energiebronnen, innovatie en de ontwikkeling en invoering van doorbraaktechnologieën kunnen bijdragen tot de bestrijding van klimaatverandering en om onze partners overal ter wereld ervan te helpen overtuigen dat emissiereductie mogelijk is zonder verlies van concurrentievermogen en arbeidsplaatsen; acht het essentieel dat de EU en haar lidstaten het goede voorbeeld geven door een systeem in te voeren voor investeringen in nieuwe, energie-efficiënte en koolstofarme technologieën; pleit voor de versterking van bestaande financieringsregelingen, voor een spoedig debat over de financiële instrumenten die moeten worden ingezet, en voor het vergemakkelijken van een betere synergie tussen nationale en Europese financieringsregelingen teneinde de doelstellingen van de routekaart te ondersteunen; is van mening dat regelingen met financiering uit meerdere bronnen een doeltreffend hulpmiddel kunnen zijn; onderstreept de belangrijke rol van de regionale fondsen en het cohesiebeleid als de belangrijkste instrumenten voor de cofinanciering van regionale maatregelen voor de overgang naar een koolstofarme economie; is van mening dat er in de programmeringsperiode 2014-2020 veel aandacht moet worden besteed aan de doelstellingen van de routekaart 2050;

114. hofft, dass für die einzelnen Sektoren rasch konkrete und messbare Ziele festgelegt werden, um Anreize für private Investoren und ein Klima des Vertrauens und der Zusammenarbeit zwischen ihnen zu schaffen und gleichzeitig eine bessere Nutzung der europäischen Fonds zu fördern; weist nachdrücklich darauf hin, dass erneuerbare Energie, Innovation und die Entwicklung und der Einsatz bahnbrechender Technologien einen Beitrag zur Eindämmung des Klimawandels leisten können und gleichzeitig auch dazu beitragen können, die Partner der EU in der Welt davon zu überzeugen, dass die Emissionen auch verringert werden können, ohne dass die Wettbewerbsfähigkeit leidet oder die Entstehung neuer Arbeitsplätze gefährdet wird; ist der Auffassung, dass es von entscheidender Bedeutung ist, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten bei der Schaffung eines Systems für Investitionen in neue, energieeffiziente und CO2-arme Technologien mit gutem Beispiel vorangehen; fordert im Interesse der Verwirklichung der Ziele des Fahrplans, dass bestehende Finanzierungsprogramme ausgebaut werden, dass umgehend Gespräche zu den Finanzierungsinstrumenten aufgenommen werden, die noch bereitgestellt werden müssen, und dass bessere Synergieeffekte zwischen nationalen und europäischen Finanzierungsprogrammen ermöglicht werden; vertritt die Auffassung, dass Finanzierungsprogramme mit mehreren Mittelquellen ein wirksames Instrument sein können; hebt mit Nachdruck die entscheidende Bedeutung hervor, die der Finanzausstattung im Rahmen der Politik für die regionale Entwicklung und der Kohäsionspolitik als Hauptinstrument für die Kofinanzierung regionaler Maßnahmen für den Übergang zu einer CO2-armen Wirtschaft zukommt; ist der Ansicht, dass ein wesentlicher Teil der Finanzmittel für den Programmplanungszeitraum 2014-2020 für die Umsetzung der Ziele des Fahrplans für 2050 vorgesehen werden sollte;
114. spreekt de wens uit dat er snel concrete en meetbare doelstellingen per sector worden vastgesteld om particuliere investeerders aan te moedigen, vertrouwen in te boezemen en tot samenwerking te bewegen, en een beter gebruik van de Europese fondsen te bevorderen; benadrukt dat hernieuwbare energiebronnen, innovatie en de ontwikkeling en invoering van doorbraaktechnologieën kunnen bijdragen tot de bestrijding van klimaatverandering en om onze partners overal ter wereld ervan te helpen overtuigen dat emissiereductie mogelijk is zonder verlies van concurrentievermogen en arbeidsplaatsen; acht het essentieel dat de EU en haar lidstaten het goede voorbeeld geven door een systeem in te voeren voor investeringen in nieuwe, energie-efficiënte en koolstofarme technologieën; pleit voor de versterking van bestaande financieringsregelingen, voor een spoedig debat over de financiële instrumenten die moeten worden ingezet, en voor het vergemakkelijken van een betere synergie tussen nationale en Europese financieringsregelingen teneinde de doelstellingen van de routekaart te ondersteunen; is van mening dat regelingen met financiering uit meerdere bronnen een doeltreffend hulpmiddel kunnen zijn; onderstreept de belangrijke rol van de regionale fondsen en het cohesiebeleid als de belangrijkste instrumenten voor de cofinanciering van regionale maatregelen voor de overgang naar een koolstofarme economie; is van mening dat er in de programmeringsperiode 2014-2020 veel aandacht moet worden besteed aan de doelstellingen van de routekaart 2050;

20. spricht sich für eine Beschleunigung (Höchstdauer 5 Jahre) und Vereinfachung (zentrale nationale Anlaufstellen) der Genehmigungsverfahren aus; betont, dass die Kommission eine auf mehreren Ebenen gleichzeitig ansetzende Politik betreiben sollte und dass regionalen und lokalen Maßnahmen in bestimmten Bereichen ein größerer Stellenwert eingeräumt werden sollte, was die Auswahl von Vorhaben von europäischem Interesse, die Festlegung von Prioritäten in den Bereichen Energieinfrastruktur und Energieversorgungssicherheit, die Versorgungswege, Standorte für die Erzeugung und den Verbrauch von Energieprodukten sowie die Abfalllagerung und -behandlung anbelangt, weil die lokalen und regionalen Gebietskörperschaften wichtige Partner bei der Planung, Finanzierung und Kommunikation sind und umfassend an allen Phasen der Planung und Durchführung von Vorhaben (auch an der Festlegung von Prioritäten, der Ausarbeitung von Vorhaben, den Entscheidungen, der Umsetzung, der Finanzierung, der praktischen Durchführung und der Auswertung) beteiligt sein müssen; betont, dass eine EU-weite Annäherung der Genehmigungsverfahren mit dem Subsidiaritätsprinzip in Einklang stehen muss; betont den integrativen Ansatz der Kohäsionspolitik, bei dem mehrere Fonds zusammengeführt werden, und fordert die Kommission auf, diesen Ansatz beizubehalten;
20. dringt aan op versnelling (maximaal 5 jaar) van en vereenvoudiging ("één loket") van de vergunningenprocedure; onderstreept dat de Commissie moet uitgaan van een bestuurlijk model van meerdere niveaus, en dat regionale en lokale activiteiten meer gewicht moet worden toegekend bij bijvoorbeeld de vaststelling van projecten van Europees belang, van prioriteiten op het gebied van de energievoorziening en veiligheid, voorzieningsroutes, plaatsen voor de productie en transformatie van energieproducten, en opslag en afvalverwerking, daar lokale en regionale autoriteiten noodzakelijke partners zijn op het gebied van planning, financiering en communicatie, en volledig betrokken moeten worden bij elk stadium van de ontwikkeling en uitvoering van de projecten - in het bijzonder bij de vaststelling van de prioriteiten, de uitwerking van projecten, de besluitvorming, de toepassing en financiering, en de uitvoering en evaluatie; beklemtoont dat een EU-brede harmonisatie van de vergunningenprocedures moet stroken met het subsidiariteitsbeginsel; onderstreept de geïntegreerde aanpak van het cohesiebeleid waarbij verschillende fondsen betrokken zijn, en verzoekt de Commissie deze aanpak te handhaven;

31. ist der Ansicht, dass multilaterale Banken und öffentliche Finanzinstitutionen einen Energieeffizienzfonds einrichten sollten, aus dem Mittel für Projekte im Bereich der Energieeffizienz bereitgestellt werden; vertritt die Auffassung, dass auf Energieeffizienz bezogene Ziele auch in andere sektorale Politikfelder, gerade die Steuerpolitik, die Verkehrspolitik und die Kohäsionspolitik für den Zusammenhalt, integriert werden müssten; ist davon überzeugt, dass innovative Finanzierungsregelungen und vertragliche Instrumente wie beispielsweise Kleinstkredite und Joint Ventures zwischen privaten Firmen und Gebietskörperschaften vorgeschlagen werden müssen, um lokale Partner und Entscheidungsträger aktiv zu beteiligen;
31. is van mening dat multilaterale banken en openbare financiële instellingen een fonds voor energie-efficiëntie moeten oprichten dat geld aan energie-efficiëntieprojecten toekent; neemt het standpunt in dat streefdoelen inzake energie-efficiëntie ook in andere beleidsmaatregelen op bedrijfstakniveau moeten worden opgenomen, vooral in het fiscaal, vervoers- en cohesiebeleid; vindt dat innovatieve financieringsplannen en contractuele hulpmiddelen (zoals microkredieten en joint ventures tussen particuliere ondernemingen en gemeenten) moeten worden voorgesteld met het oog op de actieve betrokkenheid van lokale partners en besluitvormers;

25. ist der Auffassung, dass multilaterale Banken und öffentliche Finanzierungseinrichtungen einen Energieeffizienzfonds zur Finanzierung von Energieeffizienzprojekten einrichten sollten; ist der Auffassung, dass energiepolitische Ziele auch in andere sektorielle Politiken einbezogen werden sollten (z.B. Steuerpolitik, Transportpolitik und Kohäsionspolitik); ist ferner der Auffassung, dass innovative Finanzierungssysteme und Vertragsmodelle wie Mikrokredite und Joint Ventures von Unternehmen und Gemeinden vorgeschlagen werden müssen, um die lokalen Partner und Entscheidungsträger aktiv einzubeziehen;
25. is van mening dat multilaterale banken en openbare financiële instellingen een Energie-efficiëntiefonds moeten opzetten dat geld toekent aan projecten voor energie-efficiëntie; is van mening dat energiedoelstellingen ook geïntegreerd moeten worden in ander sectoraal beleid (bijvoorbeeld fiscaal beleid, vervoer- en cohesiebeleid); is verder van mening dat innovatieve financieringsschema’s en contractuele middelen, zoals microkredieten en samenwerkingsverbanden tussen privé-bedrijven en gemeenten, voorgesteld moeten worden om zo lokale partners en beleidsmakers actief bij een en ander te betrekken;

31. ist der Ansicht, dass multilaterale Banken und öffentliche Finanzinstitutionen einen Energieeffizienzfonds einrichten sollten, aus dem Mittel für Projekte im Bereich der Energieeffizienz bereitgestellt werden; vertritt die Auffassung, dass auf Energieeffizienz bezogene Ziele auch in andere sektorale Politikfelder, gerade die Steuerpolitik, die Verkehrspolitik und die Kohäsionspolitik für den Zusammenhalt, integriert werden müssten; ist davon überzeugt, dass innovative Finanzierungsregelungen und vertragliche Instrumente wie beispielsweise Kleinstkredite und Joint Ventures zwischen privaten Firmen und Gebietskörperschaften vorgeschlagen werden müssen, um lokale Partner und Entscheidungsträger aktiv zu beteiligen;
31. is van mening dat multilaterale banken en openbare financiële instellingen een fonds voor energieefficiëntie moeten oprichten dat geld aan energie-efficiëntieprojecten toekent; neemt het standpunt in dat streefdoelen inzake energie-efficiëntie ook in andere beleidsmaatregelen op bedrijfstakniveau moeten worden opgenomen, vooral in het fiscaal, vervoers- en cohesiebeleid; vindt dat innovatieve financieringsplannen en contractuele hulpmiddelen (zoals microkredieten en joint ventures tussen particuliere ondernemingen en gemeenten) moeten worden voorgesteld met het oog op de actieve betrokkenheid van lokale partners en besluitvormers;