In Randnummer 10 der RuU-Leitlinien von 2004 wird klargestellt, dass eine Kapitalgesellschaft als in Schwierigkeiten befindlich gilt, wenn mehr als die Hälfte des gezeichneten Kapitals verschwunden und mehr als ein Viertel dieses Kapitals während der letzten zwölf Monate verloren gegangen ist oder die im innerstaatlichen Recht vorgesehenen Voraussetzungen für die Eröffnung eines Insolvenzverfahrens erfüllt sind.
In overweging 10 van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun van 2004 wordt verduidelijkt dat een naamloze vennootschap geacht wordt in moeilijkheden te verkeren wanneer meer dan de helft van haar maatschappelijk kapitaal is verdwenen en wanneer meer dan een kwart van dat kapitaal gedurende de laatste 12 maanden is verdwenen, of als het aan de binnenlandse wettelijke voorwaarden voldoet voor een collectieve insolventieprocedure.