Das Tätigwerden des Präsidenten der Rechtsanwaltskammer wird als « ein Filter » zwischen den Rechtsanwälten und den Gerichtsbehörden angesehen, « um jegliche Verletzung der Grundrechte der Verteidigung zu vermeiden » (Parl. Dok., Kammer, 2003-2004, DOC 51-0383/001, S. 17).
Het optreden van de stafhouder is opgevat als « een filter » tussen de advocaten en de gerechtelijke overheden « om elke inbreuk op de fundamentele rechten van verdediging te vermijden » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0383/001, p. 17).