Vertaling van "jedoch nicht aufhalten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

JEDOCH NICHT- Schaltung JEDOCH NICHT- Tor | UND NICHT- Schaltung | UND NICHT- Tor
NIET- ingang

ventilierte, jedoch nicht durchstroemte Alveolen
geventileerde, maar niet doorstroomde alveolen

rechtmäßige, jedoch nicht angemeldete Tätigkeit
niet-opgegeven, toegestane activiteiten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

– (IT) Herr Präsident, meine Damen und Herren! Mir war bekannt, dass ich zwei Minuten habe, damit will ich mich jedoch nicht aufhalten.
– (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wist dat ik twee minuten had, maar zal daar niet over uitweiden.

Kritik alleine wird die Terroristen jedoch nicht aufhalten.
Kritiek alleen zal terroristen echter niet tegenhouden.

Wir können nicht zaubern, und wir können die Energie an unseren Grenzen nicht aufhalten. Gleichzeitig müssen wir jedoch auch nach kurzfristigen Lösungen suchen.
We hebben geen magische oplossing en we kunnen energie niet tegenhouden aan de grens, maar op hetzelfde moment moeten we oplossingen zien te vinden op korte termijn.

Es kann aber auch nicht sein, dass Staaten eifrig die Hand aufhalten, um Entwicklungsgelder zu erhalten, jedoch nicht einmal bereit sind, die eigenen Bürger nach einer Flüchtlingswelle zurückzunehmen.
Het is echter evenmin aanvaardbaar dat landen gretig de hand ophouden om ontwikkelingsgeld te ontvangen, zonder hun eigen burgers terug te nemen, die in groten getale op de vlucht zijn geslagen.

Artikel 3 Nr. 3 zweiter Gedankenstrich ist für nichtig zu erklären, insofern er vom Anwendungsbereich des Gesetzes die Ausländer ausschliesst, die Staatsangehörige eines Mitgliedstaates der Europäischen Union sind und sich tatsächlich und ordnungsgemäss auf dem Staatsgebiet aufhalten, jedoch nicht in den Genuss der Anwendung der Verordnung (EWG) Nr. 1612/68 des Rates vom 15. Oktober 1968 über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer innerhalb der Gemeinschaft gelangen.
Artikel 3, 3, tweede streepje, dient te worden vernietigd, in zoverre het de vreemdelingen die onderdaan zijn van een lid-Staat van de Europese Unie en effectief en op regelmatige wijze in het Rijk verblijven, maar de toepassing van de verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap niet genieten, van het toepassingsgebied van de wet uitsluit.

Die Rückkehr kann jedoch nicht die einzige dauerhafte Lösung sein, vor allem dann nicht, wenn sich die Flüchtlinge länger im Land aufhalten.
Tegelijkertijd is terugkeer misschien niet de enige duurzame oplossing, zeker niet als het gaat om een situatie waarin langdurig sprake is van vluchtelingen.

Die Achtung der Würde und der Rechte von Drittstaatsangehörigen - auch derjenigen, die sich nicht regulär in der Union aufhalten - muss jedoch das Leitprinzip der EU-Politik bleiben.
De eerbiediging van de rechten en de waardigheid van onderdanen van derde landen, ook als zij illegaal in de Unie verblijven, moet echter altijd centraal blijven staan in het EU-beleid.

Gegenwärtig können Drittstaatsangehörige, die im Besitz eines Aufenthaltstitels sind, sich maximal drei Monate in Schengen-Staaten aufhalten; sie dürfen sich jedoch nicht zwecks Aufnahme einer Erwerbstätigkeit oder eines Studium in einen anderen Mitgliedstaat begeben.
Momenteel kunnen onderdanen van derde landen met een verblijfsvergunning zich gedurende maximaal drie maanden binnen het Schengen-gebied verplaatsen, maar hebben zij niet het recht om bijvoorbeeld voor werk of voor een studie in een andere lidstaat te verblijven.

Obwohl der erste Klagegrund nicht ausdrücklich die Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung anführt, geht aus der Darlegung dieses Klagegrunds hervor, dass sich die Kläger in Wirklichkeit über die diskriminierende Beschaffenheit der fraglichen Bestimmungen beschweren, indem diese dazu führen würden, dass sich die Staatsbürger, die sich in einem deutschsprachigen Gebiet aufhalten oder aus einem solchen Gebiet stammen würden, nicht « in dieser Sprache ausdrücken dürfen » (d.h. im Deutschen), einer Sprache, die « jedoch eine Landessprache ist ».
Hoewel het eerste middel niet uitdrukkelijk de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aanvoert, blijkt uit de uiteenzetting van dat middel dat de verzoekers zich in werkelijkheid beklagen over het discriminerende karakter van de betwiste bepalingen, doordat zij ertoe zouden leiden dat de onderdanen die in een Duitstalig gebied verblijven of daaruit afkomstig zijn zich niet « in die taal mogen uitdrukken » (het Duits), een taal die « nochtans [een] landstaal is ».