10. m
erkt an, dass durch eine solche Obergrenze – insbesondere aufgrund des Bezugs auf die Gesamtausgaben – die Fähigkeit der Mitgliedstaaten, solche integrierten Projekte zur Bewahrung und Aufwertung des kulturellen Erbes zu finanzieren, stark einschränkt we
rden könnte; weist jedoch darauf hin, dass Kultur-Infrastrukturprojekte beispielsweise mit kulturellen Bildungsprojekten (unter Ausschöpfung sämtlicher Möglichkeiten, die die Digitalisierung bietet) u
nd Vorhaben für KMU kombiniert ...[+++] werden könnten, sodass der investierte Betrag weit über 5 Mio. EUR liegen kann; 10. merkt op dat de lidstaten vanwege dit gestelde maximu
m, vooral omdat het hier de totale kosten betreft, grote moeite kunnen hebben om dergelijke geïntegreerde projecten die bijdragen aan het behoud en de opwaardering van cultureel erfgoed te bekostigen; wijst er echter op dat projecten op het vlak van culturele infrastru
ctuur kunnen worden gecombineerd met projecten voor culturele vorming (zodat ten volle gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden van digitalisering) en projecten voor kmo's, en dergelijke, waardoor het t
otaal geïn ...[+++]vesteerde bedrag veel hoger zou uitvallen dan 5 miljoen euro;