56. fordert die Kommission auf, "Entwicklungsziele" und messbare, konkrete und präzise Indikatoren mit einer wirtschaftlichen, sozialen und ökologischen Dimension entsprechend den Vorgaben der Schlussfolgerungen der Tagungen des Europäischen Rates von Lissabon und Göteborg festzulegen, um die derzeitigen Verwaltungsverfahren so zu vereinfachen, dass die administrative Belastung der Mitgliedstaaten erleichtert wird, was erforderlichenfalls mit Hilfe einer Revision der einschlägigen Vorschriften der Haushaltsordnung geschehen muss; betont, dass die Deckelung von 4% des BNE bei den Zahlungen aus den Strukturfonds auf früheren E
rfahrungen basiert, jedoch elastischer gehandhab ...[+++]t werden sollte; ist der Ansicht, dass eine zeitweilige weitere Differenzierung bei den Sätzen der EU-Kofinanzierung von EU-Programmen ins Auge gefasst werden könnte; fordert die Mitgliedstaaten auf, die Probleme bei der geteilten Verwaltung zu lösen und die Zuverlässigkeit der von ihnen vorgenommenen Kontrollen sowie ihre Vorhersagemethoden zu verbessern; fordert außerdem ein klares Engagement und einen präzisen Zeitplan für die Umsetzung des Grundsatzes der Abgabe von Offenlegungserklärungen durch die höchste politische und ausführende Behörde der Mitgliedstaaten (Finanzminister); 56. roept de Commissie op "ontwikkelingsdoelstellingen" vast te stellen, alsook meetbare en precieze indicatoren met een economische, sociale en milieudimensie overeenkomstig de conclusies van de Europese Raden van Lissabon en Gotenburg, en de huidige administratieve procedures zo te vereenvoudigen dat de administratieve last voor de lidstaten wordt verlicht, indien nodig door middel van herziening van de desbetreffende bepalingen van het Financieel Reglement; benadrukt dat de bovengrens van 4% van het BNI voor betalingen uit de Structuurfondsen gebaseerd is op vroegere ervari
ngen, maar dat deze soepeler moet worden benaderd; is van oo
...[+++]rdeel dat een tijdelijke verdere differentiatie van de EU-medefinancieringspercentages voor EU-programma's kan worden overwogen; roept de lidstaten op de problemen met gedeeld management op te lossen en de betrouwbaarheid van hun controles, alsook van hun modellen voor ramingen, te verbeteren; dringt verder aan op een duidelijke belofte en een gedetailleerd tijdschema voor de toepassing van het beginsel van openbaarmakingsverklaringen door de hoogste politieke en uitvoerende autoriteit in de lidstaten (minister van Financiën); 
