14. bekräftigt seinen in seiner oben genannten Entschließung vom 19. Januar 2006 geäußerten Wunsch, die Lebensbedingungen und die Lage der sudanesischen Flüchtlinge, die am 30. Dezember 2005 in Kairo Opfer von Gewalt wurden, weiter zu beobachten;
14. herinnert aan zijn verzoek in zijn reeds aangehaalde resolutie van 19 januari 2006 om een opvolging gaat om de omstandigheden en de situatie van de Sudanese vluchtelingen die op 30 december 2005 in Caïro het slachtoffer van geweld waren;