E. in der Erwägung, dass der Sekretär des obersten S
icherheitsrates des Iran, Hassan Rowhani, am 27. Februar 2005 bekräftigte, Teheran w
erde sein Recht auf Urananreicherung gemäß dem Nichtverbreitungsvertrag nicht aufgeben, erklärte, die europäischen Verhandlungspartner würden zu Unrecht annehmen, dass der Iran nach politischen, sicherheitspolitischen und wirtschaftlichen Zugeständnissen auf die Urananreicherung verzichten würde, und betonte, wenn es keine eindeutigen Anzeichen für Fortschritte gebe, würden die Verhandlungen Mitte M
...[+++]ärz ausgesetzt,E. overwegende dat Hassan Rowhani, secretaris van de allerhoogste Iraanse nationale veiligheidsraad, op 27 februari 2005 verklaarde dat Teheran geen afstand zou doen van het op grond van het NPV bestaande "recht" uranium te verrijken en daaraan toevoegde dat de Europese onderhandelaars "uitgingen van de verkeerde veronderstelling dat Iran van uraniumverrijking zou afzien ingeval van concessies op het gebied van politiek, veiligheid en economie" en dat hij onderstreepte dat de onderhandelingen bij het uitblijven van duidelijke tekenen van vooruitgang niet na midden-maart zouden worden voortgezet,