(4) Das Europäische Übereinkommen über die Arbeit des im internationalen Straßenverkehr beschäftigten Fahrpersonals (AETR) gilt anstelle dieser Verordnung für grenzüberschreitende Beförderungen im Straßenverkehr, die teilweise außerhalb der in Absatz 2 genannten Gebiete erfolgen, im Falle von Fahrzeugen, die in der Gemeinschaft oder in Staaten, die Vertragsparteien des AETR sind, zugelassen sind, für die gesamte Fahrstrecke;
4. De AETR is, in plaats van deze verordening, van toepassing op internationale wegvervoersactiviteiten die gedeeltelijk buiten de in lid 2 gedefinieerde gebieden plaatsvinden, met voertuigen die zijn ingeschreven in de Gemeenschap of in landen die partij zijn bij de AETR, voor de gehele rit .