Vertaling van "innerstaatlichen rechtsvorschriften anerkennt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Die Mitgliedstaaten legen die Sanktionen für Verstöße gegen die im Rahmen dieser Richtlinie erlassenen innerstaatlichen Rechtsvorschriften fest. Die Sanktionen müssen wirksam, verhältnismäßig und abschreckend sein.
De lidstaten bepalen welke sancties van toepassing zijn bij inbreuk op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

die Angleichung der innerstaatlichen Rechtsvorschriften
de wettigheid en de regelmatigheid van de ontvangsten en uitgaven nagaan

die innerstaatlichen Rechtsvorschriften
de nationale wetgeving

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In diesem Zusammenhang sei darauf hingewiesen, dass nach dem Rahmenbeschluss des Rates vom 6. Dezember 2001 zur Änderung des Rahmenbeschlusses 2000/383/JAI über die Verstärkung des mit strafrechtlichen und anderen Sanktionen bewehrten Schutzes gegen Geldfälschung im Hinblick auf die Einführung des Euro [65] jeder Mitgliedstaat den Grundsatz der Rückfälligkeit gemäß seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften anerkennt und nach Maßgabe seines innerstaatlichen Rechts anerkennt, dass Rückfälligkeit gegeben ist, wenn wegen einer der Straftatbestände dieses Rahmenbeschlusses bereits rechtskräftige Urteile in einem anderen Mitgliedstaat ergangen sind.
In dit verband zij erop gewezen dat in het kaderbesluit van de Raad van 6 december 2001 tot wijziging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro [65] wordt bepaald dat elke lidstaat het beginsel van recidive aanvaardt onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en, onder dezelfde voorwaarden, erkent dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de in het kaderbesluit genoemde delicten bepalend zijn voor recidive.

Jeder Mitgliedstaat anerkennt den Grundsatz der Rückfälligkeit gemäß seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften und erkennt gemäß seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften an, dass Rückfälligkeit gegeben ist, wenn wegen einer der Straftaten nach den Artikeln 3 bis 5 des Rahmenbeschlusses 2000/383/JI oder wegen einer der Straftaten nach Artikel 3 des Genfer Abkommens bereits rechtskräftige Urteile in einem anderen Mitgliedstaat ergangen sind.
Elke lidstaat aanvaardt het beginsel van herhaling onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en erkent onder dezelfde voorwaarden dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de delicten genoemd in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ, dan wel wegens een van de in artikel 3 van het Verdrag van Genève genoemde delicten, ongeacht de valuta waarop de valsemunterij betrekking heeft, bepalend zijn voor herhaling.

Jeder Mitgliedstaat anerkennt den Grundsatz der Rückfälligkeit gemäß seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften und erkennt gemäß seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften an, dass Rückfälligkeit gegeben ist, wenn wegen einer der Straftaten nach den Artikeln 3 bis 5 des Rahmenbeschlusses 2000/383/JI vom 29. Mai 2000 oder wegen einer der Straftaten nach Artikel 3 des Genfer Abkommens bereits rechtskräftige Urteile in einem anderen Mitgliedstaat ergangen sind.
Elke lidstaat aanvaardt het beginsel van herhaling onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en erkent onder dezelfde voorwaarden dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de delicten genoemd in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000, dan wel wegens een van de in artikel 3 van het Verdrag van Genève genoemde delicten, ongeacht de valuta waarop de valsemunterij betrekking heeft, bepalend zijn voor herhaling.

21. anerkennt die Bemühungen der Tschechischen Republik im Hinblick auf den Ausbau ihres innerstaatlichen rechtlichen und institutionellen Rahmens im Bereich der Menschenrechte und Grundfreiheiten; nimmt in diesem Zusammenhang die Ratifizierung der Europäischen Sozialcharta vom November 1999 und die Verabschiedung des im Februar 2000 in Kraft getretenen Gesetzes zur Schaffung des Amtes eines Bürgerbeauftragten, der für den Schutz der Bürgerrechte zuständig ist, zur Kenntnis; erkennt die einschlägigen Rechtsvorschriften, die den Frauenhandel und die Gewalt gegen Frauen unter Strafe stellen, an; stellt jedoch fest, dass diese noch nicht ausreichend eingehalten werden; fordert die tschechische Regierung auf, alles in ihrer Macht Stehende zu tun, um den Frauenhandel und die gegen Frauen verübte Gewalt einzudämmen;
21. heeft oog voor de maatregelen die Tsjechië heeft genomen om zijn intern juridisch en institutioneel kader op het gebied van de mensenrechten en fundamentele vrijheden te ontwikkelen; vermeldt in dit verband de ratificatie in november 1999 van het Europees Sociaal Handvest en de vaststelling van de in februari 2000 van kracht geworden wet tot instelling van de functie van Ombudsman, die officieel verantwoordelijk is voor de bescherming van de rechten van de burgers; erkent dat specifieke wetgeving bestaat die vrouwenhandel en geweld tegen vrouwen verbiedt, maar constateert dat die wetgeving onvoldoende wordt nageleefd; verzoekt de Tsjechische regering al het mogelijke te doen om de vrouwenhandel en het geweld tegen vrouwen te bestrijden;