26. ist der Auffassung, dass die Einbeziehung von Migrationsbelangen in die Beziehungen der Europäischen Union zu Drittländern ein wichtiger Teil eines ausgewogenen Konzepts zur besseren Steuerung der Migrationsströme ist, fordert den Rat jedoch auf, die Ko-Entwicklung in den Beziehungen mit Drittländern zu fördern;
26. is van mening dat de opneming van de migratieproblematiek in de betrekkingen van de EU met derde landen een belangrijk deel vormt van een evenwichtige sturing van de migratiestromen, maar verzoekt de Raad de gezamenlijke ontwikkeling in de betrekkingen met derde landen te bevorderen;