Traduction de «ihrer flagge ermächtigen » (Allemand → Néerlandais) :

2. Abweichend von Artikel 8 Absatz 1 Buchstabe h und Artikel 9 Absatz 3 Nummer 2 der Verordnung (EG) Nr. 1967/2006 dürfen die Mitgliedstaaten weiterhin bis zum 31. Mai 2010 Fischereifahrzeuge unter ihrer Flagge ermächtigen, Fischbestände, die nicht mit Drittstaaten geteilt werden, in bestimmten lokal und saisonal begrenzten Grundschleppnetzfischereien weiterhin mit Netzen mit Rautenmaschen von weniger als 40 mm am Steert zu befischen.
2. In afwijking van artikel 8, lid 1, onder h), en van artikel 9, lid 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 mogen de lidstaten vaartuigen die hun vlag voeren, tot en met 31 mei 2010 blijven toestaan om in bepaalde plaatselijke en seizoensgebonden takken van de demersale trawlvisserij bij de bevissing van niet met derde landen gedeelde visbestanden gebruik te maken van kuilen met een maaswijdte van minder dan 40 mm in gestrekte toestand.

I. unter Hinweis darauf, dass die einzelnen Staaten verpflichtet sind, gegen jene Fahrzeuge rechtlich vorzugehen, die unter ihrer Flagge fahren, und dass im Rahmen der FAO die Möglichkeiten geprüft werden müssen, regionale Fischereiorganisationen zu ermächtigen, die Regeln so anzuwenden, dass die Verfolgung von Verstößen nicht an dem betreffenden Mitgliedstaat scheitert,
I. overwegende dat iedere lidstaat de plicht heeft om vaartuigen die onder zijn vlag varen, gerechtelijk te vervolgen, en dat er in het kader van de FAO naar mogelijkheden moet worden gezocht om regionale visserijorganisaties bevoegdheden voor de regelhandhaving te verlenen zodat de follow-up niet verzandt in de betrokken lidstaat,

3. Die Mitgliedstaaten ermächtigen ihre Fischereiinspektoren, ihre Kontrollschiffe und Kontrollflugzeuge gegenseitig, nach den Vorschriften der Gemeinsamen Fischereipolitik Kontrollen im Zusammenhang mit Fischereitätigkeiten in den Gewässern unter ihrer Hoheit oder Gerichtsbarkeit sowie Fischereitätigkeiten von Schiffen unter ihrer Flagge in internationalen Gewässern vorzunehmen.
3. De lidstaten machtigen elkaars inspecteurs, inspectievaartuigen en inspectievliegtuigen om inspecties overeenkomstig de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid uit te voeren met betrekking tot visserijactiviteiten in de wateren onder hun soevereiniteit of jurisdictie en in internationale wateren wat communautaire vissersvaartuigen die hun vlag voeren betreft.