(7) Die Mitgliedstaaten können die im vorstehenden Absatz gesetzten Fristen um 50 % verlängern, sofern das Verhältnis zwischen der gesamten Bohrlänge ihrer bestehenden Tunnel und der Gesamtlänge des in ihrem Hoheitsgebiet liegenden Teils des transeuropäischen Straßennetzes den europäischen Durchschnitt übersteigt.
7. Indien de totale boorlengte van bestaande tunnels gedeeld door de totale lengte van het deel van het trans-Europese wegennetwerk dat zich op hun territoria bevindt het Europese gemiddelde overschrijdt, kunnen lidstaten de in bovenstaand lid vastgestelde perioden met 50% verlengen.